Feestje

Kleinzoon was jarig en dat betekende een kinderfeestje. Een geweldig feestje, want zijn oom had een piratenfestijn bedacht, compleet met speurtocht en schat die moest worden opgegraven. Ik was bijna jaloers. Kinderfeestjes organiseren was niet mijn sterkste kant en mijn kinderen hadden niet zo’n oom.

Maar Schoondochter vertelde dat dit feestje zich misschien wel op het randje van aanvaardbaar bevond. Kinderfeestjes horen zich tegenwoordig ergens anders af te spelen, compleet verzorgd met patat en cola. Ouders bieden tegen elkaar op met idioot dure kinderfeestjes waardoor grut van zeven jaar al bij binnenkomst de vraag stelt: ‘waar gaan we naartoe?’

Sneu voor kinderen die leren dat veel geld uitgeven voorwaarde is voor plezier. En voor de ouders die dat niet kunnen betalen. En vandaar dat sommige kinderen helemaal geen feestje meer geven: ‘daar hebben papa en mama geen geld voor’.

Wat solidariteit met armere ouders lijkt me geen overbodige luxe: 400.000 kinderen groeien op in armoede en dat is niet alleen kwestie van niet op vakantie kunnen. Dat betekent onder veel meer ook vaak dat die kinderen geen feestje kunnen geven. Of dat de ouders zich in de schulden steken om te voorkomen dat hun kinderen er niet meer bij horen in de klas. Daar is weinig feestelijks meer aan.

party_hats_setMaar wat let je met een aantal ouders over dit probleem te praten (of je het nu wel of niet kunt betalen) en af te spreken dat je dat gewoon niet meer doet? Dat feestjes in de achtertuin ook weer kunnen, en dat samen koekjes bakken en opeten ook weer onder het kopje ‘feest’ mag vallen?

Dat zou goed zijn voor kinderen die nu geen feestjes kunnen geven om redenen die er helemaal niet toe zouden mogen doen, en heel goed voor kinderen die zo kunnen leren hoe je zelf een feestje bouwt. En als al deze argumenten niet overtuigen: het is ook goed voor je portemonnee.