Pastafari

Bestrijding van corrosie in de ondergrond met microbiologie, daar hoopt Michael Afanasyev volgend jaar op te promoveren. Had hij het daar maar bij gelaten, dacht ik toen ik het radioprogramma dr. Kelder&Co beluisterde, in de auto, ergens tussen Assen en Leeuwarden.

Afanasyev is Pastafari, iemand die naar eigen zeggen de Kerk van de Pasta aanhangt, en om die reden graag zijn priestergewaad wil dragen als hij promoveert, met een vergiet als hoedje. Maar dat mag niet van de Universiteit van Delft.

Presentator Jort Kelder probeert hem een paar keer te ontlokken dat pastafarisme natuurlijk onzin is, een manier om gevestigde religies te bespotten. Wie gelooft er nou in een vliegend spaghettimonster? Maar Afanasyev blijft in zijn rol, en dan komt de aap uit de mouw in de vorm van de ouderwetse jij-bak: zijn verhaal is misschien ongeloofwaardig, maar dat is het verhaal van de Bijbel ook.

Afanasyev kan zijn geloof alleen uitleggen aan de hand van de bekende godsdiensten, maar dan precies omgekeerd. Daar krijg je merkwaardige uitspraken van als ‘ons enige dogma is dat we geen dogma’s hebben’. Je kunt natuurlijk helemaal niet in iets geloven als je nergens vanuit gaat, maar die inconsistentie viel Kelder helaas niet op.

Halverwege dr. Kelder&Co komt wetenschapsfilosoof Maarten Boudry aan het woord. Religies afschaffen is moeilijk haalbaar, zegt hij. Maar je zou gelovigen wel al hun voorrechten kunnen afnemen. Geen idee welke dat zijn trouwens, hij noemde helaas geen voorbeelden.

Religie is niet goed voor de samenleving want religie vereist blind geloof, doceert Boudry verder. Bijvoorbeeld geloof in het hiernamaals, met als gevolg dat je het hier en nu niet meer serieus neemt. Een verbazingwekkende stellingname. Je kunt veel van christenen zeggen, maar desinteresse in de samenleving hoort daar niet bij.

“Ik kan me niet voorstellen dat iemand die de Nobelprijs wint, toch gelovig is, tenzij hij die ziekte van zijn ouders ge-orven heeft”, zegt presentator Kelder – die graag adel-dialect bezigt – tegen zijn studiogast. Afanasyev legt vervolgens uit dat je de Bijbel ook helemaal niet letterlijk hoeft te nemen. Het klonk – afgezien van het feit dat er veel christenen zijn die bijvoorbeeld Genesis helemaal niet ‘letterlijk’ lezen – een beetje als mansplaining, maar dan op religieus gebied.

Het is overigens een beproefde methode: eerst een beeld van een godsdienst schetsen dat niet klopt en vervolgens dat beeld gaan bestrijden. De Pastafari-man steekt er alleen wel erg veel energie in.

Het gaat zo langzamerhand ook wat vervelen. Het staat ieder vrij wel of niet in God te geloven, en ik vind het ook niet erg als mensen met mij en mijn geloof spotten. Maar als je ergens echt in geïnteresseerd bent, nodig je iemand uit die je er ook echt iets over kan vertellen.

Als Kelder had willen weten hoe mensen geloof en wetenschap combineren, had hij natuurlijk een christelijke wetenschapper kunnen uitnodigen in plaats van een pastafari. Christelijke wetenschappers zijn er meer dan genoeg, of Kelder zich dat nu kan voorstellen of niet. Des te spannender kan zijn programma worden.

Maar helaas… een gemiste kans, dr. Kelder!