Engel

Terwijl Max Regers koraalbewerking van Wie schön leuchtet der Morgenstern de kamer vult, ben ik de kerstboom aan het optuigen. De kerstboom wordt ook schön.

Het is een Nordmanspar, wat ik persoonlijk volstrekt overbodig vind, maar een gewone spar is om mij onbekende redenen bijna nergens meer te krijgen. Het jaarlijkse pleidooi van Echtgenoot een plastic kerstboom (door hem strategisch ‘kunstkerstboom’ genoemd) aan te schaffen, valt opnieuw niet in goede aarde.

Ik koester namelijk goede herinneringen aan de kerstboom en daar hoort die heerlijke geur ook bij. Sinds ik een jaar of vijf was haalden mijn ouders ieder jaar een kerstboom in huis, geheel tegen hun gereformeerd vrijgemaakte traditie in. Er zaten elektrische lampjes in en, o heerlijkheid, echte kaarsjes.

Mijn kerstboom (want ik bepaal wat erin komt) hangt vol versieringen die ik of esthetisch, of theologisch kan verantwoorden.

De engelen en sterren, in smaakvolle zilverkleur, spreken in theologisch opzicht voor zich, de klokjes verwijzen naar de kerk, die overigens ook in de vorm van een zilverkleurig kerkje vertegenwoordigd is. De ballen en pegels zijn alleen esthetisch verantwoord.

Jammer alleen dat kerstboomengelen er steevast uitzien als schattige meisjes die iets met muziek doen. De enige keer dat er in de Bijbel sprake is van engelen die een lied ten gehore brengen, doen ze dat in spreekkoren; de andere engelen zijn boodschappers of soldaten. Maar ja, een engel met een zwaard in de hand zal wel strijdig worden bevonden met de Kerstgedachte. Jammer, want engelen, zwaarden en de komst van het Kind hebben alles met elkaar te maken.

Onder het optuigen door denk ik aan het nieuwste boekje van Reinier Sonneveld: De vraag. Waarom is er lijden. Ik blijf er maar over schrijven maar produceer nog steeds niets wat ik op mij blog wil zetten. Een ding staat wel vast: de Morgenstern heeft er alles mee te maken.