Het strand is overal mooi maar nog niet eerder lag het zo dichtbij als hier. We liepen een paar straatjes door het dorpje waar Zoon woont en voilà, daar was het strand met in de verte Kinmen County, een eilandengroep die bij Taiwan hoort, oftewel China Overseas, zoals Chinezen het politiek-correct uitdrukken.
Hoe kan het toch dat de schelpen hier zoveel mooier zijn dan bij Zandvoort en Callantsoog? Prachtig oranjeroze parelmoer, grote oesterschelpen en lange gedraaide schelpen. Meenemen voor thuis in het aquarium, besloot ik en liep verder langs het verlaten strand.
De enige andere aanwezigen waren een paar bruidjes die in zeer onnatuurlijke poses foto’s van zichzelf en hun kersverse echtgenoten lieten maken, samen met hun gevolg dat sluier en sleep buiten het zicht van de camera vasthield, zodat het leek alsof er een straffe wind stond.
Het was zo rustig aan het strand, legde Zoon uit, omdat het niet warm genoeg was en omdat het water nog te koud was om in te zwemmen.
Verbazingwekkend, want het water was zo warm als in Nederland na een hittegolf in augustus en een temperatuur van tegen de 30 graden is ook niet echt koud te noemen. Daar komt bij dat Chinezen alleen ’s avonds naar het strand gaan want stel je voor dat je bruin wordt! Dat zou zonde zijn.
Ik ben dan ook geen Chinees, zoals maar weer eens overduidelijk bleek toen we bij Zoon thuis waren aangekomen.
Je bent verbrand, constateerde hij en kwam met een probaat middel: pure kokosnootolie. Natuurlijk was ik mijn eigen spul voor na het zonnen vergeten mee te nemen, dus maakte ik dankbaar gebruik van zijn aanbod.
En inderdaad, de volgende dag was mijn huid niet meer rood maar heel lichtbeige. De kokosnootolie is een blijvertje.