Toen ik een jaar of wat geleden het intersectioneel feminisme op het spoor kwam, leek het nog een gezelschapsspel met een beperkte actieradius. Je moest er voor in de Randstad of in een studentenstad wonen. Daarbuiten had hij een piemel en zij een vagina. Wat je met die organen deed, hing af van je seksuele voorkeur. End of story.
Maar dat was buiten de waard gedacht. De bredere uitstraling van het fenomeen begon met ons aller NS, die ‘dames en heren’ verving door ‘beste reizigers’, waarmee de doelgroep meteen werd verruimd tot eventueel meereizende huisdieren. Niemand lag en ligt er verder echt wakker van. Het identitaire taalspel lijkt sowieso vooral voorbehouden aan een selecte groep mensen.
Dat ligt echter anders voor de mensen die zich wel binnen de invloedssfeer bevinden van de inmiddels zowel qua vocabulaire als omvang behoorlijk uitgedijde intersectionele bubbel. Die mensen hebben het punt bereikt waarop zij er niet over piekeren hun mond open te doen voor ze hebben gecheckt of er weer beweging is geweest aan het taalfront.
Een van de vrouwen die weigert zich te conformeren aan het intersectionele woordenboek, is J.K. Rowling. Zij belandde op de virtuele brandstapel vanwege haar zonde de draak te steken met mensen die de term ‘menstruerende mensen’ gebruiken als ze vrouwen bedoelen. Transmannen laten immers niet altijd hun baarmoeder verwijderen en menstrueren dan dus wel, evenals non-binaire mensen met een baarmoeder. Hoe mensen heten die zich identificeren als vrouw maar niet meer menstrueren, heb ik nog niet ontdekt. Een heerlijke inside-story staat hier. Ondertussen is er weer een relletje rond Rowling uitgebroken, maar zij laat zich de kaas niet van het brood eten. En terecht. Ondertussen staat zelfs een verfilming van haar boek op de tocht.
Gender
Dit alles komt omdat het begrip sekse is vervangen door het begrip gender: je bent niet wat je lichaam laat zien, maar wat je voelt. In theorie kun je je dus de ene dag vrouw voelen, de andere dag man, en volgende week non-binair. In die wereld ben ik een (witte) cis-hetero-vrouw, omdat ik ‘mij identificeer’ met het geslacht waarmee ik ben geboren. Als mijn inmiddels niet meer menstruerende baarmoeder het kon, zou zij dubbel liggen van het lachen.
Nu ben ik behalve met een baarmoeder ook gezegend met een gezonde dosis recalcitrantie, zeker waar het taal betreft. En mijn taalgevoel steigert bij het lezen van zoveel dwingende voorschriften, en vanwege de pressie om langs de voortdurend groeiende tenen te laveren.
Deze taalstrijd staat niet echter op zichzelf, er ligt een strijd om de identiteit onder: niet alleen ‘ik ben wie ik ben’ maar ook ‘iedereen moet mijn identiteit erkennen, anders voel ik mij niet veilig’. En zo moet niet alleen de eigen identiteit worden verdedigd, de erkenning ervan wordt ook afgedwongen. Mensen die zeker zijn van hun eigen identiteit zal het worst wezen wat anderen daarvan vinden, lijkt mij, maar blijkbaar bestaat identiteit alleen bij de gratie van anderen, identiteit is fragiel geworden. Dat doet me denken aan de stiefmoeder van Sneeuwwitje, die elke dag aan haar spiegel vroeg of ze nog wel de schoonste was in het land, en die haar stiefdochter wilde laten vermoorden toen die de schoonste bleek te zijn.
Identiteit was vroeger een gegeven. Je identiteit haalde je uit je nationaliteit, je levensbeschouwelijke overtuiging of je huwelijkse staat. Maar nu haal je die uit je zelf, en dat is een heel karwei. De meesten van ons zijn daar niet origineel en/of dapper genoeg voor. Dat is een reden om die strijd niet alleen te voeren, maar als groep.
Het groepsdenken is een van de akeligste kantjes van het intersectioneel feminisme. Groepsdenken lost immers helemaal niets op, maar versterkt eerder het idee dat het beoogt te bestrijden. Acceptatie van mensen die bij een minderheid horen, is niet gebaat bij het uit je hoofd leren van al die minderheden, inclusief subgroepen. Die acceptatie begint bij het individu: de mens zoals die nu voor je staat, die heb je te accepteren als evenbeeld van God, net zoals jijzelf. Daarna kan een gesprek beginnen tussen die mens en jou, zodat je elkaar leert kennen, inclusief al jullie eigenaardigheden en voorkeuren.
Noot:
Opvallend genoeg hebben we de tijd van ‘mannen komen van Mars en vrouw van Venus-periode’ nog maar net achter ons gelaten. Is er een verband? Ik denk van wel, maar daarover gaat het in een volgend blog.