In één week lagen er twee bekeuringen op de mat. Shit, dacht ik eerst, te hard gereden. Maar dat bleek niet het geval.
Boete 1 kreeg ik voor verkeerd parkeren, op de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Amsterdam? Prins Hendrikkade? Maar op de datum van de overtreding zat ik veilig in Rome. Mèt echtgenoot. En de auto stond geparkeerd bij het vliegveld.
Vreemd.
Boete 2 kreeg ik vanwege te hard rijden. In de stad Utrecht. Utrecht??
Gelukkig kon ik bewijzen dat ik de eerste overtreding onmogelijk gedaan kon hebben. Want, o groot geluk, het parkeerbonnetje lag nog in de auto… met datum en kenteken.
En toen stapte ik in het labyrinth van de ambtenaar.
Eerst het CJIB gebeld. Beroep aantekenen, adviseerde een kantoormiepje. Ja, dat snapte ik al. En dan? Na twee keer uitleggen snapte de andere kant dat ik mij vooral bekommerde om de toekomst. Waren er nog meer boetes onderweg? Hoe kon ik het onheil stoppen? Geen idee, zei het CJIB. Belt u de politie maar.
Het 0900-nummer van de politie wordt blijkbaar gebruikt voor opleidingsdoeleinden. Ik kreeg een jongetje aan de lijn dat niet begreep wat het probleem was. Toen hij voor de derde keer vertelde dat ik het CJIB moest bellen, viel ik hem in de rede. “Ondertussen rijdt er iemand met mijn kenteken rond,” piepte ik angstig. “En wat als hij een ongeluk veroorzaakt en doorrijdt? En ik dan misschien niet zo makkelijk kan bewijzen dat ik het niet was?”
“Ja, daar hebt u wel een punt,” klonk het na een korte pauze. Nou, hij wist niet wat ik daar aan kon doen. Maar als er weer een boete kwam, dan moest ik het CJIB bellen, beroep aantekenen…
De halve dag heb ik gebeld met allerlei instanties want niemand wist wat te doen en het nummer dat ik moest bellen voor een foto van het incident in Utrecht bleek niet te werken.
Ik ken nu politieagenten in Utrecht, Leeuwarden en Groningen, parkeerwachters en medewerkers handhaving in Amsterdam, medewerkers van verschillende afdelingen van het Openbaar Ministerie in Utrecht, een medewerkster van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Niemand kon me helpen en iedereen verbond me door of gaf een ander telefoonnummer. En iedereen vond het zielig. Ik ook.
Uiteindelijk heb ik geëist dat ik intern doorverbonden zou worden met het politiebureau van Leeuwarden. Voor de vijfde keer het 0900-nummer van de politie bellen, had me in de afgrond van de waanzin gestort.
Daar heb ik een afspraak gemaakt voor aangifte van kentekenvervalsing want dan kan ik, mocht het nogmaals gebeuren, een ander kenteken aanvragen. Want dat was mogelijk, had een politieagent zich in een onbewaakt ogenblik laten vallen.
Opeens herinnerde ik mij het avontuur van Asterix en Obelix, mijn jeugdhelden, die ooit verstrikt raakten in een ambtenarendoolhof omdat ze vrijgeleide A38 nodig hadden. Ik weet hoe ze zich voelden.
Hallo Ineke, in een soortgelijke situatie heb ik de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) gebeld. Toen was direct duidelijk om wat voor auto het ging. Wij hadden een zwarte VW. En een donkergroene Fiat was betrapt op het door rood licht rijden.
Gelukkig wilde het RDW me helpen en daardoor kon ik direct beroep aantekenen. Je zou zeggen dat ‘zij’ de overtreding moeten bewijzen. En niet dat je je eigen onschuld moet bewijzen.
Helaas worden van parkeerovertredingen geen foto’s gemaakt. Het is inderdaad raar dat je je onschuld moet bewijzen maar de overheid gaat er in deze gevallen blijkbaar vanuit dat het kenteken zelf het overtuigende bewijs levert. En dan kom je al snel in een doolhof van instanties terecht.