Eigenlijk hadden alle seinen op rood moeten staan toen bekend werd dat het hele volk mocht meeschrijven aan een koningslied. Natuurlijk, het was een sympathieke gedachte maar sommige sympathieke gedachtes kunnen maar beter gedachtes blijven.
Het Nationaal Comité Inhuldiging en de NPO ( de Nederlandse omroepen) hebben alle ellende blijkbaar niet voorzien, anders hadden ze wel aan anderen gevraagd een lied te schrijven. Het is natuurlijk ook niet handig zo’n opdracht te geven aan Guus Meeuwis, Daphne Dekkers en een paar rappers.
Over de inhoud kan ik kort zijn: wat een bagger. Per zin zeker zes taalfouten, verder een aaneenrijging van stijlfouten, onnavolgbare gedachtegangen en zacht gezegd nogal merkwaardige ideeën over koningschap. De moed zonk me in de schoenen toen ik het lied aanhoorde.
Allereerst omdat dit lied met droge ogen en zelfs trots werd aangeboden, ten tweede omdat de schrijvers geen moeite hebben gedaan er een neerlandicus overheen te laten vliegen, wat vermoedelijk te verwijten valt aan gebrek aan zelfinzicht. Ten derde omdat er geen touw aan de tekst valt vast te knopen en ten vierde omdat dit lied me deed afvragen hoeveel dieper dit land nog kan zinken. En dan heb ik het over de melodie en de raps nog niet eens gehad.
Vervolgens ontspon zich een klassiek Hollands tafereeltje. Geheel conform de reacties die elke dag te lezen zijn onder krantenberichten op internet, wist de Nederlander niet hoe snel, met hoeveel superlatieven, scheldwoorden en verwensingen hij moest reageren. Ik bespaar u zelfs de bloemlezing.
Dit alles ontlokte aan componist John Ewbank een reactie waaruit bleek dat hij uit hetzelfde hout gesneden is als zijn criticasters en waarmee hij zijn lied terugtrok. Paniek. Het Nationaal Comité Inhuldiging begon te vergaderen en doet dat voor zover ik weet nog steeds.
Uit dit alles blijkt niet alleen de hopeloze verdeeldheid van de Nederlanders, dat wisten we al. Er blijkt ook uit dat de high culture, die in bijvoorbeeld Engeland nog wel aanwezig is, bij ons geheel lijkt te zijn verdwenen. Lijkt, want het is er wel maar het durft zich niet meer te vertonen.
Doorgeslagen democratisering heeft voor het idee gezorgd dat iets pas van iedereen is als zelfs de grootste idioot zich erin kan vinden. Iedereen die eisen stelt aan kwaliteit wordt elitair genoemd en iedereen die ergens voor heeft doorgeleerd, arrogant.
Want waarom niet de Dichteres des Vaderlands Anne Vegter gevraagd een schone hymne te dichten? Daar is zo iemand toch voor? En de kans op kwaliteit is dan toch een heel stuk groter?
Kan iemand mij dat uitleggen? Het Nationale Comité Inhuldiging misschien?