Oldtimer

Echtgenoot is dol op oud, en dan vooral oud blik. Vandaar dat hij mij de avond voor Hemelvaartsdag vriendelijk uitnodigde mee te gaan naar een oldtimershow in Hoornsterzwaag. Geen probleem als ik niet wilde! Dan ging hij wel alleen.

Maar ik ben van het trouwe soort, loyaal tot op het bot, zo maken ze ze tegenwoordig niet meer. Vooruit, samen met Geliefde op naar oude auto’s, oude brommers, oude tractoren en ander gemotoriseerd blik.

Maar eerst moesten we zoeken waar Hoornsterzwaag precies lag. Ergens in the middle of nowhere, zo bleek. En de show lag nog weer verder in nowhere, op een half ondergelopen stuk weiland. De dagen voor Hemelvaartsdag had het flink geregend en ik was dus op het ergste voorbereid: ik droeg gympen die de wasmachine al diverse malen hadden overleefd, en mijn kleding was wasbaar op 60 graden.

Helaas, lieslaarzen en overall waren beter op hun plaats geweest. Nog voor ik het zompige parkeerterrein verlaten had, had ik mijn eerste moddervoet al te pakken. Op het terrein zelf bleek het niet veel beter.

Maar als je voeten eenmaal kleddernat en pikzwart zijn en de situatie tot aan de knieën niet veel beter, maakt het allemaal geen bal meer uit. En zo zwommen we van het ene overjarige wonder van kleur en vorm naar het andere. Want eerlijk is eerlijk, wat een mooie kleuren en vormen kregen de vervoermiddelen vroeger!
auto
Een poederroze Cadillac, een zeegroene Ford Thunderbird, niet nader gedefinieerde maar van fraaie rondingen voorziene zachtblauwe, roomwitte of pikzwarte auto’s met veel chroom. Schitterend!

Uiteindelijk bleek niet alleen het wagenpark de moeite waard om naar te kijken. Wat heb ik daar bijzondere mensen gezien! Twee meter breed, enorme laarzen aan (zij wel!), zwaar getatoeëerd, matjes in de nek, handen in de zakken, sjekje losjes in de mondhoek en bijna zonder uitzondering in spijkerbroek. En ze hadden bijpassende vrouwen gevonden, soms met kinderwagen.

Moe maar voldaan trokken we huiswaarts. Het was een gedenkwaardige dag.

Toekomst

Op sommige dagen lijkt het alsof ik even een blik in de toekomst kan werpen. Dat wil zeggen, een toekomst die ons te wachten staat als wij niet heel snel overstappen op andere energiebronnen dan kolen en olie òf een toekomst die gekenmerkt wordt door een eeuwigdurende crisis.

Afgelopen week begaf mijn vaatwasser het en dus ben ik gedwongen met de hand af te wassen. Dat is eigenlijk tegen mijn principes, maar wat moet je. Op een goed moment zijn de borden op.

Vandaag ging de Senseo kapot. Volgens Echtgenoot mijn eigen schuld maar daar gaat het nu niet om. Daarom zet ik vanaf heden weer koffie door kokend water in een wankel filtertje te gieten dat op een thermosfles staat. De bonen heb ik gemalen in een molentje dat ik 25 jaar geleden kocht op een rommelmarkt. Hij is oranje.

Ik houd mijn hart vast voor de andere elektrische apparaten want uit ervaring weet ik dat zij op een of andere mysterieuze wijze met elkaar verbonden zijn. Gaat de een stuk, dan begeeft binnen de kortste keren ook de ander het. En daar gaat je spaarrekening…

Toen ik vervolgens een vegetarische maaltijd bereidde, wist ik opeens hoe het over dertig jaar zal zijn. Vlees is onbetaalbaar geworden en weer als vanouds voorbehouden aan de adel (of de nieuwe rijken). Het gewone volk eet weer bonen en goedkope groente. Geen medelijden, daar kun je oud mee worden. De adel daarentegen krijgt weer jicht, ook als vanouds.

Vaatwassers, wasmachines en ander onmisbare huishoudelijke apparaten zijn dan verre echo’s uit het verleden: ‘Vroeger, toen oma klein was, gooide je je vieze was in een ding, je drukte op een knopje en dan haalde je de was er een uur later schoon weer uit.’
‘He? Doe niet zo raar, oma, dat kàn helemaal niet.’

Nog erger is het dat dan ook de auto verdwenen is. Niet meer binnen 10 seconden optrekken van 0 naar 100, niet meer lekker scheuren en hard meebrullen met Coldplay.

Ik weet opeens niet meer of ik wel oud wil worden.

Auto

“Ga je mee?” vroeg Echtgenoot. “Ik heb vrijkaarten voor de Bedrijven Contactdagen.” Ik kan niet zeggen dat meteen razend enthousiast was maar ik ben ook de beroerdste niet. Dus toog ik gisteravond met Echtgenoot naar de WTC Expo in Leeuwarden.

En het was precies zoals ik dacht. Veel mannen in grijs pak dat niet paste vanwege een zittend beroep en/of te veel copieuze zakenlunches, en af en toe een vrouw van jonge dan wel onbestemde leeftijd, zich voortbewegend op naaldhakken.

Het lijkt alsof het bedrijfsleven een bepaald type mens aantrekt. Ze praten snel, kijken ondertussen slinks langs hun gesprekspartner om te zien of er nog andere mensen langslopen die ze moeten spreken en ze bezigen, naargelang de branche, hun eigen jargon.

Er bleek af en toe wel iets interessants te zien. We gingen langs de cateraar van Echtgenoots werk die mij prompt een stukje verrukkelijk klaargemaakte zalm voorzette.

Daarna kwam de afdeling Groene Energie, met als meest in het oogspringend onderdeel zonnepanelen die verlicht werden door spots. Dat leek toch een beetje gek…

En daar stond opeens de Opel Ampera. Zelfs een leek als ik weet dat Ampera verwijst naar ampère en dat het dus een elektrische auto is.

De Opel Ampera had echter wel een nadeel: het is een automaat, zoals alle elektrische auto’s, vertelde een gedienstige dame mij. En toen kwam de grootste teleurstelling: de Opel Ampera rijdt alleen de eerste 40 tot 80 kilometer elektrisch, daarna schakelt hij weer over op benzine. Jammer!

Hij zag er mooi uit, beter dan de op golfkarretjes lijkende elektrische autootjes die ik even eerder in de hal had zien staan.

Waarom zien elektrische auto’s er zo vaak uit alsof je ze niet serieus hoeft te nemen? Waarom hebben ze zo’n Daf-achtig voorkomen? Welke zichzelf respecterende man (of vrouw) stapt ooit achter het stuur van zo’n zielig geval?

Toegegeven, er wordt eindelijk ook aan het uiterlijk van de elektrische auto gewerkt. Renault heeft een elektrische auto die er goed uitziet en ook van de Nissan Leaf schiet de toevallige voorbijganger niet spontaan in de lach.

Het kàn dus wel. Kunnen al die lelijke elektrische eendjes dan nu meteen uit de productie worden genomen?

Diesel

Vorige week kochten wij een andere auto. Geen nieuwe want daar doen wij niet aan. Als je een nieuwe auto koopt, is de prijs al met 10% gezakt als je er het terrein van de dealer mee afrijdt. (Is het trouwens toeval dat zowel een leverancier van softdrugs als van auto’s ‘dealer’ wordt genoemd?)

Onze aanwinst rijdt op diesel en we zijn er blij mee want a. hij doet het, b. hij is zuinig en c. hij trekt snel op.

Is een auto die op diesel rijdt de vervulling van ons beider ultieme droom? Neen. Onze droom is een elektrische auto die we kunnen opladen met de stroom die door onze eigen zonnepanelen is opgewekt.

In theorie is dat heel goed mogelijk maar de praktijk doet moeilijk. Allereerst kost de goedkoopste elektrische auto die ik kon vinden ruim 32.000 euro en tweedehands zijn ze er nog niet.

Opladen is het volgende probleem, er zijn wel laadpalen (wat een woord!) in mijn omgeving maar ik wil het zelf doen. Dat kan ook wel maar als ik 20.000 km. per jaar rijd, heb ik daar bijna 18 zonnepanelen voor nodig. Die passen niet op mijn dak, daar staan straks de andere al voor ons thuisgebruik.

Waarom gebruiken auto’s zoveel energie? Omdat, zo hoorde ik gisteren op tv iemand die er verstand van heeft, uitleggen ‘de klant ook airconditioning wil en airbags, en allerlei andere luxe zaken die een auto zwaar maken’. Domme consument.

En domme overheid die blijkbaar liever aan de aanvoerslang van Saudi-Arabië hangt dan eindelijk eens werk te maken van zonne-energie. Hoe het moet, is bij de buren af te kijken…

Ik blijf er net zo lang over jammeren tot het gebeurt!!
En tot zo lang rijden wij in een diesel…

Zonne-energie

De documentairereeks Tegenlicht van de VPRO is vaak goed voor saillante onthullingen zodat je meteen weer zeker weet dat er zoiets als een publieke omroep moet blijven bestaan.

In 2009 kwam Tegenlicht met een serie over energie: Here comes the sun. Oftewel, waarom gebruiken we in de VS en Europa nog steeds fossiele brandstoffen, waarom rollen elektrische auto’s in zo’n traag tempo van de band en waarom schiet het maar niet op met zonne-energie?

Alles wat ik al vermoedde bleek niet alleen waar maar erger dan mijn ergste nachtmerrie. Oliemaatschappijen kopen bijvoorbeeld patenten op van uitvindingen die ervoor zorgen dat een automotor een stuk zuiniger gaat lopen.

Vind je dus zelf zoiets uit dan kun je dat niet gebruiken omdat een dergelijk idee al eerder bij iemand is opgekomen. En dat idee ligt veilig opgeborgen in een kluis opdat geen fabrikant het zal kunnen toepassen. Dat scheelt weer aan de pomp, in ieder geval, voor de oliemaatschappijen.

Pick-up truck
Hoogtepunt van de documentaire is een interview met een autofabrikant-bobo die de vraag gesteld kreeg hoeveel hij dacht dat een conventionele verbrandingsmotor nog zuiniger kon worden. Hooguit 15%, dacht de man.

Toen kwamen de interviewers met hun grote troef op de proppen: in de jaren ’70 (!) was een oude Opel Caravan, model pick-up truck, als proefmodel gebruikt voor een nieuw type motor. Resultaat: de auto reed 159 km. op één liter benzine. Ik zag de bobo zenuwachtig heen en weer schuiven. Nee, daar wist hij niets van… Of hij benieuwd was naar die auto? Daar kon hij moeilijk ‘nee’ op zeggen maar de tegenzin spatte van zijn gezicht af: Shit, hoe kom ik hier onderuit?

De documentaire laat vooral zien hoe de markt zelf nieuwe ontwikkelingen in de weg staat. Als het voordeliger is voor oliemaatschappijen en autofabrieken gezamenlijk nieuwe uitvindingen te blokkeren, dan zullen dat niet laten. Ondertussen is de consument afhankelijk van wat zij produceren.

Ferrari
Alle vooroordelen over milieuvriendelijker methodes worden een voor een onderuit gehaald in Here comes the sun. Elektrische auto’s traag? Het model dat ik zag wegspurten versloeg de snelste Ferrari en hij leek er nog op ook. De opbrengst van zonnepanelen onvoldoende? Allang niet meer en de ontwikkelingen gaan razendsnel.

Ondertussen zien de oliemaatschappijen het zwerk natuurlijk hangen. Maar overstappen blijkt lastig. Zo investeert het Japanse bedrijf Solar Frontier een miljard dollar (725 miljoen euro) voor de productie van een nieuw type zonnepaneel. Shell is voor een derde aandeelhouder van het bedrijf. Maar Shell zweeg in alle talen over dat feit.

De documentaires zijn onlangs herhaald en te zien op uitzendinggemist.nl. Aanrader! Klik hier en hier.