Man

Daar zat hij, bij Pauw & Witteman aan tafel. Een lange jongen met kortgeknipt haar en een vlassige baard. Zo Nederlands als maar kan behalve de voornaam: Abdelkarim. Honing. Want van je achternaam kom je moeilijker af.

Hij deed zijn mond pas open toen hij aan de beurt was. Daarvoor deed hij nergens aan mee, niet met het gesprek, niet met applaus, hij leek zelfs geestelijk helemaal afwezig. Met zijn handen over elkaar gelegd voor zich op tafel, keek hij naar beneden. Bad hij? Bereidde hij zich voor?

Toen hij het woord kreeg, rolden de volzinnen vlot over tafel. Ze gaven een mooi inkijkje in zijn belevingswereld. Dit leven was feitelijk niet meer dan de rode loper naar het volgende. Meedoen met gewapende strijd voor de broeders dus geen enkel probleem.

Profiteren van de westerse samenleving overigens ook niet, gaf hij volmondig toe. Hij ging gewoon naar de dokter als dat nodig was en zijn vrouw kreeg studiefinanciering. Daar leefden ze van. Zij ging naar school, hij zorgde voor de kinderen en presenteerde zichzelf daarmee als de ideale man. “Wat wil je nog meer? Ik ben de baas maar zorg wel voor de kinderen.” Dat zinnetje bleef bij mij haken.

Hij was uitgenodigd bij P&W omdat hij Nederlandse jihad-strijders kende die naar Syrië waren vertrokken. Minstens een en waarschijnlijk twee van hen zijn gesneuveld. Beelden van Vlaams sprekende jihad-strijders begeleidden het gesprek. “Alleen schieten als ge wat ziet, Abdel Dinges.”

Waarom hij zelf niet ging strijden, vroeg Jeroen Pauw. Tja, hij durfde eigenlijk nog niet en of het daar ooit van zou komen, wilde hij niet zeggen. “AIVD, hé?” Het deed me denken aan moslimmeisjes die geen hoofddoek dragen: “Ik ben er nog niet aan toe.”

Toen dacht ik weer aan het woord dat hij zich had laten ontglippen: de baas. Is dat wat de islam zo aantrekkelijk maakt voor deze jongens? Als moslim ben je de baas, je staat boven je vrouw, hoeveel je ook van haar houdt. Je staat ook boven alle andere niet-moslims.
strijder
Abdelkarim (voorheen Dennis) had een nieuwe identiteit gevonden. Een identiteit die het vervrouwelijkte westen hem niet kan bieden, tenzij ten koste van veel inspanning, een hoog IQ en een dosis geluk. Hij was een man geworden.

Baard

De baard is terug. Ik dacht het al eerder maar sinds gisteren weet ik het zeker. Een van de Zoons stak onverwacht zijn bebaarde gezicht om de deur (‘Kijk mam, een baard! Hoe vind je hem?’) en bevestigde mijn indruk dat steeds meer mannen een baard dragen. Jonge mannen vaker dan oudere, trouwens.

Gisteravond zag ik bij DWDD Daniël Lohues met een enorme baard, met veel wit erin. Mooi! De gitarist van Triggerfinger draagt ook al zo’n fraai exemplaar en George Clooney zag ik met baard, evenals half mannelijk Hollywood. Sterker nog, wie eenmaal beard intikt op Google afbeeldingen, duizelt het van de bebaarde beroemdheden, sommigen nauwelijks nog herkenbaar.

Ik ben er blij mee. De metroseksueel die een paar jaar gelden de straten onveilig maakt, werkte me altijd een beetje op de zenuwen. De metroseksueel was, voor wie het is vergeten of heeft verdrongen, een man met vrouwelijke trekken als daar zijn: gevoelig, meelevend en zachtaardig. En baardloos. Geef mij maar een echte man, vrouwen zijn er al genoeg.
baard
Echtgenoot laat zich vooralsnog helaas niet vermurwen een fullgrown baard te laten staan. Een sik is het maximum aan gezichtsbeharing, meer praat ik er niet aan. Jammer! Zo’n mooie witte baard, wie wil dat nou niet? En het lijkt me ook zo makkelijk om niet meer te hoeven scheren ’s morgens vroeg.

Het is ook een beetje jaren ’70-nostaligie, ik geef het eerlijk toe. Een van de weinige leuke dingen uit dat decennium was de baard. En het doet ook een beetje denken aan de 19e eeuw, toen iedere zichzelf respecterende man een baard droeg. Het enige wat onze aanstaande koning wat mij betreft van zijn voorganger Willem III mag overnemen, is zijn baard.

Rest mij nog mijn medelijden uit te spreken met de man die niet voldoende haargroei op het gezicht heeft om een fatsoenlijk baardje te kweken. Troost u: ook deze mode gaat gewoon weer over!