Hoog- of laagopgeleid, een salaris onder of boven modaal? Het doet er niet meer toe, de nieuwe indeling is de vinkjesindeling, of beter: wel of geen zeven vinkjes. Ik val meteen maar met de deur in huis: ik heb maar vier vinkjes. Helaas.
Zevenvinkers rule the world, las ik. Met belangstelling volg ik dan ook het debat over de zevenvinker, met Joris Luyendijk in de hoofdrol. Arme Joris. In de uitzending van Buitenhof op 13 februari zat hij als een dood vogeltje aan tafel. Hij werd om de oren geslagen door Neelie Kroes (een zesvinker) omdat de informatie over haar in zijn boek niet klopte, en dat zij alleen goede boeken las, en dus niet dit boek. Au.
Daarbovenop nog kwam Sylvana Simons, de vleesgeworden wrekende gerechtigheid. Je kunt alleen maar weten hoe het is, als je het zelf hebt meegemaakt, beweerde zij. Maar toen Kroes even later opmerkte dat juist leiders zich moeten kunnen inleven in wat zij zelf niet meemaken, gaf zij Kroes gelijk. Nu weet ik dus nog niet hoe het zit.
De zevenvinker in kwestie kromp met de minuut. Ik kreeg met hem te doen. Zijn houding herinnerde me aan beelden van de Chinese Culture Revolutie. Er zijn nog steeds foto’s te vinden van huilende mensen die als een sandwichman kartonnen borden om zich heen hadden hangen, waarop hun zonden stonden geschreven. Luidkeels beschuldigden zij zichzelf van misstappen tegen de communistische leer en huilend smeekten ze om vergeving. Om hen heen stonden groepen mensen die rotte eieren gooiden en hen uitscholden. Of erger.
Nu is groeiend zelfinzicht en regelmatige zelfreflectie altijd goed, hoeveel vinkjes je ook hebt. Maar daarvoor dient de zevenvinker niet meer geprezen te worden. Nee, als de zevenvinker eenmaal tot het verpletterende inzicht is gekomen dat hij zich niet eerder heeft gerealiseerd hoeveel geluk hij heeft gehad, dan mag hij dat niet zelf zeggen. Als de zevenvinker zich daar toch aan waagt, staan er mensen op, die hem van zelfgenoegzaamheid beschuldigen: “Nee, het gaat niet om jou!” En: “Anderen hebben dit al veel eerder gezegd, waarom luisterde je niet naar hen?”
Maar als hij het niet doet, is het nog erger. Je moet wel je zonden publiekelijk belijden. Het is zo langzamerhand een kwestie van damned if you do, damned if you don’t.
Er is alleen nog maar schuld. En zo eindigde het interview ook. Natuurlijk, in de tweede druk zouden de onjuistheden over Kroes worden gecorrigeerd. Maar niet in de eerste druk, zei hij, dat kon niet meer. Luyendijk leek op een middeleeuwse flagellant terwijl hij het zei.
Andere kant
Er zit natuurlijk ook een andere kant aan het verhaal. Hoeveel zevenvinkers stranden ergens halverwege in hun leven? De studie was dan wel universitair, maar er viel geen droog brood mee te verdienen. Er kwam ziekte tussen, of een kind dat veel aandacht bleek nodig te hebben. Je bedrijf ging failliet, of je bent sociaal onhandig.
Wat zegt het zevenvinkersdiscours over mensen met maar een of twee vinkjes? Of nul? Zweven de zevenvinker-bashers zelf niet ook bovenin het maatschappelijk zwerk? Hebben zij belangstelling voor de positie van vrouwen met alleen mavo en een typediploma? Of voor schoonmakers met alleen huishoudschool en schulden? Ik heb er nog niet veel van gemerkt.
De hamvraag luidt: heeft Luyendijk gelijk? Het antwoord is als zo vaak: deels. Hoogopgeleiden vormen inmiddels zo’n grote groep dat ze in de praktijk alleen nog elkaar hoeven tegen te komen. En geen mensen uit andere lagen van de samenleving ontmoeten, kan je een eenzijdige kijk op het leven geven. Voeg daarbij de al decennia oude idee dat succes een gevolg is van hard werken, en zelfgenoegzaamheid is bijna onvermijdelijk. Zijn verhaal gaat dus alleen over succesvolle zevenvinkers.
De zeven vinkjes passen helaas wel perfect in een samenleving die alleen nog maar in groepen en groepsidentiteiten kan denken. Of de boetedoening van Luyendijk echt iets ten goede zal veranderen, is dus nog maar de vraag.