Koffie

Mijn oma gaf mij vroeger kinderkoffie in mijn eigen zachtblauw kopje. Veel melk en een klein scheutje koffie want oma was nog van de oude stempel: echte koffie is voor grote mensen. En dat gold voor meer dingen, voor advocaat, bijvoorbeeld. Maar ook die regel was te ontduiken.

Tijdens familiefeesten, en die kwamen nogal eens voor in de uitgebreide families van vaders- en moederszijde, schuimde ik altijd de tafels af op zoek naar tantes die een glaasje advocaat met slagroom voor zich hadden staan.

Het waren veelal gezette dames, met een rood aangelopen hoofd van de warmte en de alcohol, en best bereid hun nichtje een plezier te doen. Ik zat ruim in de tantes en heb dergelijke feestzalen dan ook meermalen in licht benevelde toestand verlaten.

Advocaat en koffie hoorden voor mij tot de geneugten van het volwassen leven. Nu ik eenmaal in die gelukzalige toestand ben beland, is eigenlijk alleen de koffie overgebleven. En hoe!

Cappuccino
Echtgenoot houdt niet van half werk en bereidt regelmatig een kop echte cappuccino voor mij: schuim van volle melk met 30 ml espresso. De regels voor het melkschuim en de espresso zijn zo streng en ingewikkeld dat ik ze hier niet kan weergeven zonder risico op fouten.

Maar het beste komt nog. Een van de Filipijnse schoondochters neemt civetkoffie voor ons mee.

Voor de liefhebber: de civetkat, een dier dat het midden houdt tussen een hond en een kat en in het wild voorkomt in Azië, is dol op koffiebonen. Hij eet ze, en poept ze heel weer uit.

In de tijd dat ze in zijn darmkanaal verblijven, gebeurt er natuurlijk wel een en ander met de smaak van de bonen. Ik zal verder niet in details treden, ook niet over de wijze waarop deze uitgepoepte bonen worden ‘geoogst’.

Maar het resultaat is zo onvoorstelbaar lekker, daarvoor zou je bijna, als het niet anders kan, een hele rij tantes smeken om een slokje.

Murder

De afgelopen drie vakantieweken bracht ik vrijwel elke dag met Echtgenoot door. Overdag op terrasjes cappuccino drinken en mensen observeren, je samen verbazen over het totaal gebrek aan opvoedkwaliteiten van sommige ouders en blij zijn dat je eigen kinderen al volwassen zijn.

’s Avonds de hele Zweedse detectiveserie Van Veeteren kijken en meegetrokken worden in de licht melancholieke sfeer van Scandinaviërs. De wonderen van Earth in 3D aanschouwen en tot lekker laat In therapie kijken.

We hebben zelfs heerlijk hersenloos naar antieke afleveringen van Murder, she wrote gekeken. Lekker weer even in de jaren ’90. Foute mannen met snor en Texaans accent en een joekel van een mobiele telefoon met antenne; vrouwen met kokerrokken en heel veel haar dat te veel tijd onder de droogkap heeft doorgebracht.
En een bekommerd kijkende Jessica Fletcher die natuurlijk al van mijlen ver voelde aankomen dat het schattige vrouwtje tegenover haar in feite een nietsontziende moordenares was.

Het is fijn af en toe naar Murder, she wrote te kijken. Allereerst omdat je weet dat je daarna gewoon weer in 2011 zit. De jaren ’90 zijn voorbij en dat is goed.
Ten tweede omdat je weet dat binnen een uur alles weer op zijn pootjes terecht komt. Toegegeven, er valt een dode of twee door gebruik van bijl, vuurwapen of slagersmes. Maar op de een of andere manier was moord in de jaren ‘90 nooit écht erg.

Dat kwam misschien wel omdat je de dode niet naderhand naakt en met opengesneden borstkas op een snijtafel zag liggen. Geen patholoog-anatoom die aan de toestand van de longen beoordeelde of het slachtoffer was verdronken of gestikt, of vaststelde dat hij al jaren een drankprobleem had. Het gebeurde natuurlijk wel maar buiten het zicht van de camera.

Moord wordt in Murder, she wrote bijna gezellig en dat gaat op den duur vervelen. Een paar dagen per jaar is mooi genoeg. Daarna wordt het weer lekker Engels of Zweeds. En 2011.