Vers uit China

Het is altijd weer snel voorbij: Zoon uit China komt langs waaien, we eten gezellig met de andere Zoons voor zover ze zich in Nederland bevinden, de Kleinkinderen kijken hun ogen uit naar de oom uit China, en dan weer fluks naar Schiphol om hem uit te zwaaien.

Zoon laat altijd van alles achter, vieze was bijvoorbeeld, elektronische gadgets zoals opladers via zonne-energie, zijn core business. En er is altijd van alles weg dat in de komende maanden weer boven water zal komen: snoeren, stekkers, andere opladers, en nog veel meer elektronisch spul waarvoor ik het woord niet weet.

dadelsMaar dat is niet het enige. Hij neemt altijd allerlei lekkers mee dat hier niet, slecht of alleen duur is te verkrijgen. Zakken met ongezoete dadels bijvoorbeeld, The dates are stoned, staat op de verpakking en dat kwam toch een beetje vreemd over. Je kunt die pitloze belofte overigens maar beter net zo serieus nemen als bij kersen in pot, in ieder geval, als je gebit je lief is.

En wat te denken van gedroogde gojibessen? Superfood, juichen health freeaks allerwegen, maar dat kan me niet schelen. Je blijft ervan eten. Ze zijn dan ook al weer bijna op…

Daarnaast nam Zoon, o heerlijkheid, twee zakken mee met pecannoten die alleen Chinezen op zo’n manier weten te branden dat er een lekkere karamelsmaak aan komt. Je moet ze zelf doppen en ze komen er zelden heel uit maar dat mag de pret niet drukken. Ze zijn heerlijk!

En er ligt nog een zak gedroogde visjes in de kast die ik bewaar voor als ik een heel zware dag heb gehad. Daarnaast bevindt zich een zakje met rode gedroogde pepers die zo scherp zijn dat de tranen in je ogen springen als je er alleen al naar kijkt. En een flesje wokolie waarvan je maar een theelepel moet gebruiken omdat anders je volledige gebit getrokken kan worden zonder verdoving.

Met andere woorden, ik kan het iedereen aanraden: een Zoon in China!

Er gaat natuurlijk ook iets mee terug: melkpoeder voor Kleindochter want zonder melamine, gezichtscrème voor Schoondochter want zonder bleekmiddel, etcetera. China levert veel goeds, maar bij sommige zaken heeft Made in Holland de voorkeur.

Thuis

Anderhalve dag na thuiskomst functioneer ik weer redelijk. De jetlag is voorbij, het enige waar ik nog last van heb, zijn mijn spieren. Geen wonder, als je 11 uur lang min drie plaspauzes klem hebt gezeten tussen een dikke Chinees en het vliegtuigraampje.

Met mijn lengte is het volstrekt onmogelijk ontspannen in een vliegtuigstoel te zitten, zeker als je ook nog iets wilt volgen van de film die wordt afgespeeld op het schermpje in de stoel voor je. Tot nu toe was ik te krenterig een toeslag te betalen voor een stoel met meer beenruimte. Maar daar ga ik toch nog maar eens over nadenken…

Het was overigens wel een aardige dikke Chinees. Hij sprak redelijk verstaanbaar Engels en vertelde me dat hij in ‘business’ zat, hij werkte voor een machinefabriek. Wat voor machines kon hij me niet duidelijk maken.

Ik zag bij hem hetzelfde enthousiasme over ‘samenwerking met het buitenland’ als ik had gezien bij de schoonvader van Zoon. Veel Chinezen vinden het geweldig dat hun land dat zo lang een geïsoleerd bestaan leidde nu de ramen heeft opengegooid zodat zij naar buiten kunnen kijken.

‘In samenwerking met het buitenland’ is een gevleugelde kreet geworden in China. De schoonmoeder van Zoon gebruikte hem zelfs voor de totstandkoming van haar nieuwe half-Chinese kleinkind, tot hilariteit van de rest van de familie. Maar eerlijk is eerlijk, ze heeft gelijk, het resultaat van de samenwerking tussen Zoon en Schoondochter mag er zijn.

China!

Dit is mijn laatste avond in China. Vanmiddag liep ik met twee Zoons door Xiamen, op zoek naar de winkel waar ze kleren voor lange mensen verkopen: Clothes for tall people, staat op de gevel.

Kleren kopen is geen sinecure als je 1.95 meter meet en zeker niet hier. Uiteindelijk lukt het een overhemd te kopen waarvan de mouwen lang genoeg zijn en dat bovendien van 100% katoen is gemaakt. Schoenen van maat 50 zijn helemaal niet te verkrijgen, die moet hij laten maken.

Daarna gingen we, min of meer tegen beter weten in, naar SM (Shopping Mall) Lifestyle. De SM zit vol met winkels die je ook in Nederland hebt, en met Nederlandse prijzen. Daarnaast zijn er winkels met merkwaardige namen als Kiss&Miss, bedacht door mensen die wel eens iemand Engels hebben horen spreken.

Gelukkig was er daarna tijd genoeg op zoek te gaan naar een kraam met gepofte tamme kastanjes. Onderweg kwamen we ook nog een kraampje tegen waar ze vruchten verkopen die het midden houden tussen frambozen en aardbeien maar dan harder en met een pit.

Het was een afscheidsmiddag. Ik ga met gemengde gevoelens weer terug naar Nederland. Afgezien van de familiebanden in beide werelddelen, heb ik ook nog mijn eigen voorkeur. China is fascinerend maar ook erg vies en lelijk, Nederland is mooi maar ook erg saai en voorspelbaar.

Vreemd genoeg mis ik vooral de schoonheid als ik in China ben. De stuitende lelijkheid van de stedelijke omgeving, de ruigheid en onverschilligheid waarmee de huizen zijn gebouwd en afgewerkt, het volkomen gebrek aan goede smaak, op een enkel gebouw na. En niet te vergeten, de onvoorstelbare smeerboel, het maakt me treurig.

Taxi’s zijn zo vies dat je voorzichtig moet zijn met alles wat je aanraakt, ramen zijn zo smerig dat je er bijna gras in kunt zaaien. De muren van de huizen zitten onder de rommel, schimmel is alom aanwezig, aanslag van allerlei soort druipt van de muren naar beneden. En ondanks de schoonmakers op straat blijft het een bende.

En toch. China is onmiskenbaar in beweging, er zindert een merkwaardige mengeling van verwachting, hoop en angst. In het Westen gaat het alleen maar achteruit, zeggen Zoons, hier verandert alles voortdurend, in de goede richting. Hoeveel ze ook op Azië hebben aan te merken, ze blijven er.

En dus zal ik er heen steeds weer naartoe gaan, en dan weer op een afstand, dan weer van dichtbij dat intrigerende continent nauwlettend blijven volgen.

Regen

Het regent. De luchtvochtigheid is even hoog als de afgelopen dagen, met dit verschil dat het water nu daadwerkelijk naar beneden komt. En dat het nu koeler is! En dat is fijn.

Wanneer het kwik boven de dertig graden stijgt, slaat bij mij acute hersenverweking toe. Alles wat ik doe gaat de helft trager en ik kan niet meer nadenken. Dankzij de regen is het nu 21 graden en functioneer ik weer naar behoren.

Zoon is naar het marktje een paar straten verder op. Met plu, een hele grote die hij uit Nederland heeft meegenomen. Het is een enorm donkergroen dak dat altijd de verbazing van Chinezen opwekt. Hoe hij toch aan zo’n groot ding komt. En waarom… Die van henzelf is minstens de helft kleiner.

Behalve dan de parasols die ik gemonteerd zag op motorfietsen en scooters.

In China heb ik verder vooral paraplu’s van een klein damesformaat gezien, hevig bewerkt met borduursel, kant en pareltjes en in zoete kleuren. Ze zijn dan ook niet tegen de regen maar tegen de zon.

Chinese vrouwen mijden de zon: hoe blanker, hoe beter. Sommige loftuitingen over Kleindochter hebben te maken met haar huidje: wat mooi blank! Dat is af en toe behoorlijk genant.

In bijna alle niet-Westerse landen is een voorkeur voor een blanke huid gebruikelijk, behalve in het Westen waar we juist bruin willen worden. Sluiten we zo de cirkel? Witter dan wit worden, kan immers niet…

Zie je wel, ik kan weer denken.

Scooter

De elektrische scooter is een zeer populair vervoermiddel hier. Eigenlijk slechts geschikt voor het vervoer van een of twee personen, stapelen ze in China rustig door tot een compleet gezin, inclusief oma en de boodschappen van een week klemvast op het voertuig zit.

Dat leidt soms tot hilarische taferelen en verkeerssituaties waar Veilig Verkeer Nederland een rolberoerte van zou krijgen. Maar daar zitten Chinezen niet mee. Leve de vooruitgang, zowel letterlijk als figuurlijk!

Hoewel ik graag auto rijd, het liefst hard, is een scooter aan mij niet besteed. Ik vind het maar een eng, wankel geval. Maar ja, de auto staat in Nederland en hier ben ik aangewezen op taxichauffeurs die mij niet verstaan en mij, mocht ik er al in slagen hen duidelijk te maken waar ik naartoe moet, beschouwen als een financieel buitenkansje. Want er zit dan wel een meter in de taxi, een paar rondjes extra rijden, dat heeft die suffe buitenlander toch niet in de gaten…

De scooter dus, maar niet zelf. Andere Zoon, een week lang overgekomen uit de Filippijnen, is helemaal gevallen voor de charmes van de scooter en houdt bovendien rekening met zijn moeder. Bij hem durf ik achterop te zitten en waarachtig ook nog te kijken naar alles wat aan mij voorbij schiet, met een snelheid van 20 kilometer per uur…

Daarna gaat het ding weer aan de stroom, op z’n Chinees: geen laadpaal met technische snufjes maar gewoon een stekker met een snoer eraan dat door het raam naar binnen gaat naar het stopcontact. Klaar.

Huis

Een huis in eclectische stijl, dat zou je kunnen zeggen over de woning die Zoon huurt. In ieder geval, als je het aardig wilt houden. De ramen lijken op kerkramen en de ruimte op de begane grond is maar liefst vier meter hoog. Logisch, anders passen die ramen er niet in…

Volgens Zoon is hier geen architect aan te pas gekomen en dat pleit in het voordeel van Chinese architecten. Hij denkt dat de blauwdruk van dit huis vooral is ontstaan door vele malen te kopiëren. Bij elke kopie sloop er een foutje in dat de volgende keer werd overgenomen. Daar krijg je vreemde huizen van.

Wie bedenkt bijvoorbeeld dat een huis vier wc’s heeft? En drie badkamers die zo klein zijn dat je er niet eens met z’n tweeën in kunt staan? Het klinkt bovendien luxer dan het is want door gebrek aan waterdruk is de douche op de bovenste verdieping onbruikbaar. Wel weer heel mooi is het dakterras van waar je de zee kunt zien.

Huizen huur je in China standaard gemeubileerd met spullen van de eigenaar en met wat vorige huurders hebben achtergelaten. In geval van het huis van Zoon is dat onder andere een enorme airconditioner: de vorige huurders kwamen van IJsland.

De monsterachtige lamp in de kamer is gekocht door de eigenaar maar wie hem ontworpen heeft zullen we nooit weten. Feit is wel dat de besparing die het gebruik van spaarlampen zou moeten opleveren geheel teniet wordt gedaan door de hoeveelheid lampen die het armatuur telt: 23.

Maar hij is zo lelijk dat hij bijna niet wordt gebruikt. Zelfs de eufemistisch bedoelde benaming eclectisch is in dit geval namelijk te hoog gegrepen…

Kerk

27 graden, luchtvochtigheid 100 procent. Ik wil nooit meer iemand horen zeggen: ‘ je hebt daar wel een heel ander soort warmte dan hier, daar is het veel droger’. Niet dus.

De meeste niet-Chinezen die hier wonen, vinden echter dat Xiamen een prettig klimaat heeft: niet al te warm en met een prettig zeebriesje. Ik kwam een aantal van hen vanmorgen tegen in de kerk waar Zoon bij hoort: Xiamen International Christian Fellowship.

Ondersteund door een flinke dosis Ibuprofen en antibiotica die keurig haar werk is gaan doen, wilde ik de enige kans hier een dienst bij te wonen niet laten schieten. De gemeente huurt het gebouw van de Zevendedagsadventisten die logischerwijs op zaterdag bijeenkomen.

Het is een echte nagebouwde kerk, anders kan ik het niet omschrijven. De ramen zijn afgekeken van de gotische kerken maar tegelijkertijd zo ontzettend plastic dat het bijna lachwekkend is. Ook de kerkbanken waren van kunststof en voorin op het podium stonden vier stoelen die niet hadden misstaan bij een concert van wijlen Solomon Burke.

De dienst was ontspannen en laagdrempelig. Er was een gastheer die mensen een plek wees, het liefst vlakbij landgenoten, dan een kwartiertje worship, een goede preek, en een beetje Songs of Praise maar dan met een Amerikaans tintje.

Het geheel was al om negen uur ‘s morgens begonnen maar dan is lang niet iedereen ook aanwezig. Om een uur of half elf begon de dienst zelf en tot die tijd druppelden er steeds meer mensen binnen. Of na half elf…

Vervolgens gaat iedereen lunchen, bij voorkeur met anderen die de dienst hebben bijgewoond.

De kerk heeft een flitsende website met allerlei aanbiedingen die je in Nederland niet snel tegenkomt. Wat denk je van de uitnodiging van de predikant en zijn vrouw om na de dienst bij hen thuis te komen lunchen? Het aanbod een Worship Workshop mee te maken, spreekt mij persoonlijk weer wat minder aan.

Andere ideeën voor een polderkerk: breng online een gebedspunt aan of abonneer je op een gebedsketting. Meer weten? www.xicf.net

Ziek

Het lot is mij niet gunstig gezind. Vanmorgen werd ik wakker met een dikke keel, barstende hoofdpijn en koorts. Een bijholte- annex keelontsteking als gevolg van de airconditioning, denk ik. Maar voor oorzaken zoeken is het nu te laat.

Het voordeel van hier ziek worden, is drieledig: Tante maakt gemberthee voor me en brengt onvermoeibaar schaaltjes met stukjes appel. Zoon had nog een speciale keelspray die heel vies is maar wel effectief. Tot zover de Chinese inbreng.

Ten derde hoef ik hier niet eerst naar een huisarts voor een diagnose. De diagnose stel ik namelijk zelf. Dat past wel bij mijn aard, vind ik en Echtgenoot geeft me telefonisch gelijk.

De diagnose vraagt om antibiotica en kijk, dat is het mooie van China, die haal je gewoon zelf bij de apotheek. We zoeken op internet naar iets wat ons wel wat lijkt en kiezen voor breedspectrumantibiotica voor de luchtwegen.

Advies van een arts? Neuh… sinds Schoondochter naar huis werd gestuurd met een medicijn dat in het Westen alleen aan paarden wordt gegeven, is het aanzien van de Chinese arts in Zoons ogen aanmerkelijk gedaald. Ik kan hem geen ongelijk geven.

Nu moet het allemaal nog helpen maar daar heb ik alle vertrouwen in. De laatste keer dat ik antibiotica heb gekregen, is jaren geleden en bovendien bepaal ik ook zelf hoeveel ik van het spul eet: een doodsklap. Voor de bacteriën dan.

Strand

Het strand is overal mooi maar nog niet eerder lag het zo dichtbij als hier. We liepen een paar straatjes door het dorpje waar Zoon woont en voilà, daar was het strand met in de verte Kinmen County, een eilandengroep die bij Taiwan hoort, oftewel China Overseas, zoals Chinezen het politiek-correct uitdrukken.

Hoe kan het toch dat de schelpen hier zoveel mooier zijn dan bij Zandvoort en Callantsoog? Prachtig oranjeroze parelmoer, grote oesterschelpen en lange gedraaide schelpen. Meenemen voor thuis in het aquarium, besloot ik en liep verder langs het verlaten strand.

De enige andere aanwezigen waren een paar bruidjes die in zeer onnatuurlijke poses foto’s van zichzelf en hun kersverse echtgenoten lieten maken, samen met hun gevolg dat sluier en sleep buiten het zicht van de camera vasthield, zodat het leek alsof er een straffe wind stond.

Het was zo rustig aan het strand, legde Zoon uit, omdat het niet warm genoeg was en omdat het water nog te koud was om in te zwemmen.

Verbazingwekkend, want het water was zo warm als in Nederland na een hittegolf in augustus en een temperatuur van tegen de 30 graden is ook niet echt koud te noemen. Daar komt bij dat Chinezen alleen ’s avonds naar het strand gaan want stel je voor dat je bruin wordt! Dat zou zonde zijn.

Ik ben dan ook geen Chinees, zoals maar weer eens overduidelijk bleek toen we bij Zoon thuis waren aangekomen.

Je bent verbrand, constateerde hij en kwam met een probaat middel: pure kokosnootolie. Natuurlijk was ik mijn eigen spul voor na het zonnen vergeten mee te nemen, dus maakte ik dankbaar gebruik van zijn aanbod.

En inderdaad, de volgende dag was mijn huid niet meer rood maar heel lichtbeige. De kokosnootolie is een blijvertje.

Tante

Alles is anders in China, dus ook de gebruiken na een geboorte verschillen nogal met de Nederlandse.

Allereerst de zorg voor de kraamvrouw. Zij krijgt ander eten dan de rest van de familie: veel orgaanvlees als niertjes en lever, en eten waar je, aldus mijn schoondochter, van gaat zweten omdat er bijvoorbeeld gember in zit. En zweten is goed want daardoor verdwijnt alle onreinheid.

Berekent de Nederlandse kraamhulp exact het aantal uren dat zij in een gezin doorbrengt, in China trekt de hulp (aji of ‘tante’ genoemd) een maandlang bij de familie in.

Een maandlang 24-uurszorg! Maar de zorg blijft wel beperkt tot moeder en kind, in ieder geval, de tante hóeft niet meer te doen dat dat. Schoondochter concludeerde terecht dat de Nederlandse kraamhulp dan wel heel efficiënt moest zijn.

De eerste twee ‘tantes’ die de zorg voor Schoondochter en Kleindochter op zich hadden genomen, bevielen niet. De eerste had geen idee wat ze moest doen, de tweede deed niets dan klagen over de vele trappen die ze moest beklimmen en kwam verder nergens meer toe. Zoon slaagde erin de beide tantes de deur te wijzen zonder ze te beledigen. Knap werk…

Toen kwam de derde tante en dat was een schot in de roos. IJverig pakt ze het huishouden aan, sopt en boent, kookt niet alleen voor de kraamvrouw maar voor het hele gezin, kortom, geen moeite is haar teveel. En, heel belangrijk, ze besteedt veel aandacht aan hygiëne. Hoera voor tante nummer drie!