Markt

Mag ik in Nederland al graag naar de markt gaan, in China is het echt geweldig. Je kijkt je ogen uit.

Groente en fruit zijn in grote hoeveelheden en variatie voorradig, evenals vlees, vis en gevogelte. Zoon heeft een boodschappenlijstje dat vrij on-Hollands aandoet. Vier duiven om soep van te trekken, een zwarte kip, mango’s, en niertjes voor de herstellende kraamvrouw.

De duiven zijn snel gevonden. Vakkundig snijdt de marktvrouw ze de keel door, doopt ze in heet water en plukt ze in een paar minuten. Ingewanden eruit en hup, in een plastic zakje. Alstublieft!

Dan vis. Hoe deze soort heet, weet Zoon niet. Wel dat hij uit zee komt en heel goed smaakt. De verkoopster zet er het mes in, haalt de ingewanden eruit en schraapt daarna met een soort dunschiller de schubben eraf. In een plastic zakje en klaar!

De buurman van de visboer heeft ook vis maar die komt me een stuk bekender voor. Zalm! En, zo blijkt desgevraagd, uit Noorwegen! Hij is duur voor Chinese begrippen maar dat mag de pret niet drukken.

Dan naar de zwarte kip die trouwens witte veren heeft maar daaronder zwart vel. Het beest ondergaat dezelfde procedure als de duiven en gaat met ons mee in ontzielde toestand.

“Sapje?” vraagt Zoon. Ja, graag! Versgeperst sinaasappelsap en daarna een heerlijk stuk starfruit.

Zwaar beladen stappen we in een taxi die de onvoorstelbare luxe van airconditioning heeft, dat wil zeggen, hij blaast ijskoude lucht de auto in. Heerlijk!

Geur

Natuurlijk, alles ziet er anders uit in China. Maar het meest opvallend vind ik de geuren. Wat een verschil met Nederland waar alle geurtjes worden weggesprayed! En wat zou het heerlijk zijn als je soms even een luchtverfrisser bij de hand had…

Vanaf het moment dat ik voet op Chinese bodem zette, rook ik vocht, steen en stof. Ook binnenshuis ruikt het naar steen omdat de gordijnen hooguit bestaan uit een lap polyester en de vloer standaard is voorzien van marmer of ander natuursteen. Kamerbreed tapijt? Nergens gezien.

Eenmaal bij Zoon thuis ruikt het ook naar China. De hele dag staan de ramen open en voortdurend waait er weer een andere geur naar binnen.

Bakken de buren eieren met spek? Je ruikt het. Eten de andere buren vanavond gefermenteerde tofu? Dat ruik je helaas ook: alsof er opeens een dood dier onder je neus hangt.

De hoge luchtvochtigheidsgraad en de hitte zorgen er bovendien voor dat de geuren lang blijven hangen.

De markt is een belevenis, juist ook wat de geuren betreft. De Nummer Acht Markt in Xiamen ligt vol gebakken oliebolletjes met groente, verse vis en levende eenden en kippen.

Af en toe fietst er een vuilnisman met vuilniskar voorbij. Hoe dat ruikt is niet te beschrijven. Voordeel voor de man zelf is dat iedereen haastig aan de kant gaat. Zeldzaam in het Chinese verkeer!

China!

Na elf uur vliegen arriveerde ik gisteren op Xiamen Airport. De warmte viel als een verstikkende klamme deken op me zo gauw ik de slurf vanaf het vliegtuig instapte.

Samen met sloffende Chinese oma’s, moeders met kleine kinderen die tijdens de reis een keel op hadden gezet maar nu weer vrij konden rennen, en mannen met het pakje sigaretten vast in de hand, liep ik naar de plaats waar de koffers terecht kwamen.

Daarna in de rij voor de paspoortcontrole. Rij is een rekbaar begrip in China. Zie je ergens een gaatje dan ga je daar snel staan en duw je met een stalen gezicht en de blik op oneindig gewoon je karretje of koffer vooruit.

Eenmaal buiten stond een lange rij mensen op een taxi te wachten. Maar Zoon, die me buiten had opgewacht, wist natuurlijk een trucje. Even het vliegveld aflopen en daar kwam er al een aanrijden. Gelukkig, uit de felle zon en met het raampje open verder rijden.

Ik ben een mens voor sneeuw en ijs, niet voor zonnebaden en hoogzomer. Maar Kleindochter is geboren en daar moest ik naartoe.

Ze is het meer dan waard. Wat een prachtig meisje! Chinese oogjes maar dan blauw, geen zwart haar maar donkerbruin. Dat kan niet anders dan heel bijzonder worden.