Trouw stopt met de jaarlijkse publicatie van rapportcijfers voor scholen. Het doel is bereikt, zegt de hoofdredactie, omdat de gegevens over de prestaties van scholen nu openbaar zijn geworden. Dat lijkt prachtig, wie kan er nou tegen openbaarheid van gegevens zijn?
Maar er zitten een paar flinke adders onder het gras. En daarom ben ik blij dat Trouw stopt met de publicatie van de cijfers.
Allereerst de manier van berekenen. Het aantal geslaagden telt natuurlijk mee maar ook de overgang naar de examenklas. Waarom? Omdat een school in de verleiding kan komen de zwakke broeders en zusters voor de zekerheid de een na laatste klas te laten overdoen omdat anders het aantal geslaagden daalt. En dat is slecht voor je plaats in de top tien.
Alleen al deze wetenschap maakt het hele onderzoek minder waardevol dan op het eerste gezicht lijkt. Want wat doen scholen nog meer om hoger op de lijst te komen maar waar wij niets van weten?
Ten tweede: honderd procent geslaagden, zeker meerdere jaren achtereen, maakt mij achterdochtig. Maar die scholen bestaan en ze staan bovenaan het lijstje. Op zijn minst doet dit het vermoeden rijzen dat er leerlingen op die scholen zitten die eigenlijk wel beter hadden gekund. Maar dat de school hen expres een lager advies gegeven heeft om er zeker van te zijn dat ze in één keer zouden slagen. Goed voor de cijfers van de school zelf! Maar ook goed voor de leerling?
Transparantie, dat was het doel, zegt Trouw. Maar we krijgen schijntransparantie. Want wat meet je eigenlijk? Alleen de cijfers en dan ook nog alleen bepaalde cijfers. Niet wat het kind heeft geleerd buiten het curriculum om maar wat misschien wel even belangrijk is: extra culturele bagage, doorzettingsvermogen, een onvergetelijke leraar, liefde voor een schoolvak, zin in leren, nieuwsgierigheid en interesse.
Scholen kijken met zo’n in hun nek hijgende krant wel uit om een kind een kans te geven zich te bewijzen, met het risico dat het misschien niet lukt. Laatbloeiers, die het toch al moeilijk hebben in het huidige tijdsgewricht, waren met de schoolcijfers van Trouw niet echt geholpen.
De schoolcijfers van Trouw staan natuurlijk niet op zichzelf. Meten is weten lijkt een bijna overal op toe te passen adagium. Er heerst een ware toetsterreur, zei laatst een schooldirecteur. Zelfs kleuters worden al aan toetsen onderworpen. Alsof je dan inderdaad beter zicht krijgt op een kind.
Het zal allemaal best goed bedoeld zijn, maar mag een kind alsjeblieft zijn eigen tempo bepalen? Mag het een keer een beetje langer duren dan gemiddeld? Mag het nog falen en daarvan leren? Zonder dat er iemand naast staat met een stopwatch?
En datzelfde geldt voor de school. Dan doen we het maar een keertje zonder cijfers…