Er zijn dit jaar al een hoop verkiezingsdebatten aan mij voorbij gegaan. Ik had er gewoon geen zin in. Politici die niet het fatsoen hebben elkaar uit te laten praten, laat staan dat ze naar elkaar luisteren. Halve leugens en halve waarheden, flauwe draaien en semantiek. Niet de moeite waard om tijd in te steken.
Maar vanavond besloot ik het nog een keer te proberen. Jammer alleen dat ik als hondstrouwe publieke omroepkijker helemaal niet in de gaten had dat het debat op RTL4 werd uitgezonden. De eerste helft gemist dus.
Veel schoot ik er niet mee op, dat wordt dus weer partijprogramma’s lezen. Gewoon discussiëren zonder strenge regels en een scheidsrechter bleek ook deze avond niet mogelijk. Zal wel door mediatrainers en spindoctors komen.
Weemoedig dacht ik aan de tijd dat ik als veertienjarig meisje vol ontzag keek naar de discussies tussen Van Agt en Den Uyl. Wie won er? En wie bepaalde wie er won? En had de beste spreker gelijk? Vast niet, maar hoe kwam je er dan achter wie wel gelijk had?
Geen van beide heren werd overigens gepruimd in huize Evink, een onwankelbaar GPV-bolwerk, getuige de knaloranje poster die altijd trouw op het raam van mijn slaapkamer werd geplakt. Tot ik als zestienjarige eiste dat dat ding een slaapkamerraam verderop kwam te hangen.
Het GPV? IK wilde me niet doodschamen. Als mijn ouders dan toch zo nodig de gemeenschap kond wilden doen van hun politieke voorkeur, dan deden ze dat maar op hun eigen slaapkamerraam. En dan ook nog dat lelijke oranje…
Uit pure nostalgie zocht ik op YouTube naar filmpjes uit die jaren. Ze zijn nog volop aanwezig. Ach, wat een tijd. Iedereen had veel en lang haar, mannen droegen baarden, snorren of bakkenbaarden en wie kalend was, compenseerde dat door het restje aan de rand extra lang te laten worden.
Maar wat me vooral opviel was de keurige uitspraak van politici en journalisten, de traagheid van het debat en het gelikte en foutloze Nederlands.
Niet dat ik terug wil naar die tijd. Ik heb een hekel aan de jaren ’70 met zijn polarisatie en irritante zelfingenomenheid. Maar de mediatrainers en spindoctors lagen destijds in ieder geval nog in de wieg. En dat was toch wel fijn.