Wat doe je op tweede Pinksterdag als je geen nieuwe meubels nodig hebt en het mooi weer is? Dan ga je lekker een eind fietsen, besloten Echtgenoot en ik.
Met behulp van Google Maps maakte ik een fietsroute van een kilometer of 40 en welgemoed stapten wij op de fiets. Een paar honderd meter verder zag ik afzetlinten, een slecht voorteken.
Nog even verderop bleek waarom die dingen langs de weg gespannen waren: een kudde spandex fietsbroekjes, ook als dat BMI-gewijs geen gelukkige keuze was, kwam aanfietsen met de gemiddelde snelheid van een kind van vijf.
Met een diepe zucht sloten Echtgenoot en ik ons noodgedwongen aan want je mag alleen maar fietsen op het fietspad. Bij elke afslag hoopte ik dat ze een andere kant op zouden gaan, maar nee. Overal waar we kwamen stonden mensen aan de kant van de weg om de meute aan te moedigen, al dan niet met behulp van spandoeken.
Op het Europaplein ging het mis. Een verkeersregelaar sommeerde ons te stoppen. Maar daar had ik geen zin in. Ik stapte van de fiets en gebruikte de zebra om over te steken. Maar daar stond een politieagent die mij bestraffend toesprak. Ik moest me aan de orders van de verkeersregelaar houden. “Nee hoor,” zei ik, “dat hoef ik niet, ik hoor niet bij die kudde”.
En dat was duidelijk zichtbaar ook. Geen strak fietsbroekje, geen plastic zweethelmpje, en geen naam van een plaatselijke MKB-er op mijn rug. Maar daar had hij niets mee te maken, beweerde hij. “Dat is dan jammer,” zei ik en stapte weer op.
Echtgenoot is van een gehoorzamer type, hij bleef wel wachten. En dus moest ik weer op hem wachten wat mij op het nodige hoongeroep van de fietsers kwam te staan. Of ik nu lekker opgeschoten was.
Ach heremijntijd, wat een sukkels. Ik begreep opeens waarom dieren vaak in kuddes leven, je hoeft niet zelf na te denken en krijgt toch voorrang.
Uiteindelijk bleek de route die ik had bedacht in ieder geval de eerste kilometers overeen te komen met de Friese Elfsteden Rijwieltocht, want zo heette het.
Maar gelukkig kan ik zelf nadenken. Ik ben niet afhankelijk van een organisatie, ik heb een kaart en hersens. En dus gingen we niet naar het westen maar naar het noorden. Daar was het ook mooi.
Thuisgekomen zocht ik de website op. ‘Met elkaar zorgen we er voor dat 15.000 fietsers langs de Friese elf steden kunnen gaan!’ stond er op. Compleet met stempelkaarten, controleposten, en EHBO. En in kapitale letters: ‘U hebt een finishcontroleformulier nodig!!!’
Dit is Nederland. Zucht…