Kerstmaal

Boodschappen doen is nooit een lolletje maar vlak voor de Kerstdagen is het een ramp. Achter mijn karretje drentel ik langs kant-en-klare gourmetschotels, pudding met vanille uit Madagaskar (?!), chocoladecroissants, truffelcervelaat, rosé gegaarde lamskroon en gerookte eendenborstfilet. En nog veel meer.

Ik verzet mij al een jaar of twintig tegen deze idioterie, die bovendien niets met Kerst te maken heeft. Maar elk voorstel het dit jaar eens te laten bij boerenkool met worst, loopt stuk op homerisch gelach van de kinderen en een vermoeide blik van Echtgenoot.

Belachelijk vinden ze het, waarom kan ik niet gewoon met de meute meedoen en op Eerste Kerstdag een fantastisch maal neerzetten? Zonder te mopperen?

Nu vind ik koken echt wel leuk maar het dwangmatige van het Kerstmaal irriteert me. Dat feest en lekker eten bij elkaar horen is prima maar waarom zo overdreven? Waarom niet alleen een lekkere appeltaart met slagroom? Waarom ook nog een verfijnde amuse, een exquise soepje, een zowel qua calorieën als originaliteit verpletterend hoofdgerecht en een geraffineerd toetje?
En wat lekkers bij de wijn natuurlijk, en ook nog iets voor Tweede Kerstdag?

Ik voel me elk jaar weer een grote sukkel als ik met een kar vol spullen bij de kassa aankom. Weer bezweken, weer te veel geld uitgegeven aan te veel eten en drinken.

Maar uiteindelijk doe ik gewoon weer mee, de familie hoeft zich geen zorgen te maken. Gegeten zal er worden! Mosterdsoep met zalm, griesmeelpudding met bessensap en bitterkoekjes-amaretto-pudding. En nog iets er tussenin.

Maar geen amuse! Er zijn grenzen…

Kerst voor neoliberalen en ander volk

‘Vorige week kwam er een stel, nogal armoedig gekleed, vragen of ik nog plaats had in mijn hotel. In verband met dat belastingregister van de keizer. Zij was hoogzwanger. Nou, ik zag de bui al hangen…
“Geen sprake van,” zei ik, “wegwezen! Straks wordt dat kind hier in de zaak geboren, dat kan ik niet hebben, dat gaat me klanten kosten.”
Híj protesteert nog maar ik ben onvermurwbaar.
En laat ik goed gegokt hebben! Later hoorde ik dat ze inderdaad die nacht een kind heeft gekregen. Nog met allemaal toestanden eromheen trouwens, met herders die engelen hadden horen zingen en drie astrologen uit het buitenland die dure kraamcadeaus hadden meegenomen.
En dan dat verhaal over die bijzondere ster, het is één grote reclamestunt volgens mij, al heb ik geen idee waarvoor. Goddank heb ik mijn zakeninstinct, dat heeft me nog nooit in de steek gelaten. Wat zou ik zonder moeten!’

***

‘Ik wilde net een lam uit de struiken halen toen ik een fel licht zag. Geen idee waar het vandaan kwam maar ik heb mijn ogen stijf dicht gedaan en ben op de grond gaan zitten, met de handen voor mijn oren.
Toen ik weer naar mijn maten ging, hingen ze een onsamenhangend verhaal op over engelen, een kind en een voerbak. Dat ze er meteen heen gingen. En of ik mee ging.
Ja, daag! Dat kan natuurlijk niet, hè. Engelen heb ik nog nooit van mijn leven gezien en wat je niet kunt bewijzen, bestaat niet.
Dus zij gingen op stap en ik bleef bij de schapen. Ik loop niet zomaar bij mijn werk weg, ik ga echt niet mijn bonus op het spel zetten.
Ze kwamen helemaal hoteldebotel weer terug en zeiden dat het verhaal helemaal klopte. Malloten.’

Voor hotelhouders, herders, gelovigen, ongelovigen en twijfelaars:

Een jaar vol heil en zegen gewenst!