Culturele Hoofdstad

Wie de stad binnenrijdt, ziet het meteen aan de vlaggen die fanatiek in de wind wapperen: Leeuwarden dingt mee naar de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018. Dan pas, ja.
AfdrukkenIk weet niet hoe het op Malta is gegaan, daar heeft de stad Valletta al gewonnen, maar hier wordt de strijd vol overgave gestreden. Leeuwarden moet nog twee concurrenten verslaan: Maastricht en Eindhoven. Eitje, lijkt mij.

Om te beginnen: Maastricht heeft die titel helemaal niet nodig. Alsof je Sneeuwwitje vraagt of ze mee wil doen aan een missverkiezing. Dat zou flauw zijn. En Maastricht is al Europees genoeg van zichzelf. Bovendien speelt Maastricht vals, ze doen het samen met Aken, Genk, Heerlen, Hasselt, Luik, Sittard-Geleen en Tongeren. Zo kan ik het ook.

Eindhoven als Culturele Hoofdstad van Europa? Eindhoven en techniek: ja. Eindhoven en industrie: ook ja. Maar cultuur? Het is misschien een vooroordeel maar ik kan me daar werkelijk niets bij voorstellen. Eindhoven, daar wonen techneuten.

Afgelopen maandag bezocht een internationale jury Leeuwarden. Maandag, de dag na de Uitmarkt! Ik zou graag willen zeggen dat Leeuwarders allemaal nette mensen zijn, maar na een Uitmarkt? Tja… In Maastricht komen ze woensdag. Dat is toch anders dan een saaie maandag. Ook al niet eerlijk.

Er is nog meer in het nadeel van Leeuwarden: google op Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 en je ziet naast een artikel daarover op www.vk.nl nog drie berichten staan over Leeuwarden: over een gewonde na een schietpartij, over een gaslek en een berichtje dat de stad uren zonder water zat.

Oké, dan doe ik het zelf wel. Leeuwarden is een prachtige stad met een bruisende cultuur, een relaxte sfeer, een oude geschiedenis, huizen uit de 15e eeuw, grachten door de hele stad en, last but zeker not least in deze crisis, heel betaalbaar om te wonen.

Als het nu toch nog Maastricht of zelfs Eindhoven wordt, heeft dat niet aan mij gelegen.

Occupy

Terugfietsend van werk naar huis, aanschouwde ik een tafereel dat oude gevoelens in mij wakker riep. Naast de Snekertrekvaart stonden een paar mensen met een spandoek waarop met veel moeite de volgende tekst te ontcijferen was: Occupy Leeuwarden Actie Doe mee! Fijn dat ze actie met een C hadden geschreven in plaats van met een ouderwetse K.

De mensen die erbij stonden, herinnerden me aan de lang vervlogen tijden dat ik in een opgelapte spijkerbroek, slobbertrui of opgepimpte oude-omajurk Groningen en Zuidhorn onveilig maakte. Of in ieder geval mijn uiterste best deed het daarop te laten lijken.

De wereld verbeteren, dat wilde ik! En als dat niet zou lukken, zou ik in plaats daarvan in een VW-busje de wereld rondtrekken om aldus het systeem waaraan ik mij niet wenste te conformeren, te ontvluchten.

Maar ook de wereld van de maatschappijhervormers bleek vervelende trekjes te hebben, die zelfs in hoge mate leken op die van de burgermaatschappij. Elkaar de maat nemen bijvoorbeeld, anderen de wet voorschrijven, drogredenen gebruiken om discussies te winnen en mensen buitensluiten. En niet te vergeten grenzeloze zelfvoldaanheid.

Ligt het daaraan dat ik er maar niet in slaag Occupy Nederland serieus te nemen?

Bekijk ik de beelden uit New York nog met compassie omdat daar mensen rondlopen die echt niets meer te verliezen hebben en bovendien de vinger op de zere plek leggen, in Nederland lijken het vooral de beroepsprotesteerders te zijn die de spandoeken en tentjes bemannen.

Na jaren van winterslaap zijn ze uit hun holen gekropen, de holle retoriek van weleer rolt weer over straat, alle ideeën worden uitgebreid besproken in de ijdele hoop dat veel praten veel democratie oplevert; ik heb zelfs alweer Love and Peace gesignaleerd!

Voorlopig heeft Occupy dus alleen maar schattigheidswaarde.

Luchtmacht

Wat ik nooit had gedacht te doen, deed ik vanmorgen. Echtgenoot ging naar de Luchtmachtdagen en ik was nieuwsgierig geworden.
Waarom niet, dacht ik. Het beloofde een mooie dag te worden en er zouden ook oude vliegtuigen meedoen. En oud is mooi. Daarnaast ben ik van nature heel solidair.

Op naar Vliegbasis Leeuwarden dus, al was het twee uur later dan matineuze Echtgenoot. Met de fiets want parkeren kan daar niet. Het bleek twintig minuten lopen naar de startbaan maar toen begon het pas.
Korte samenvatting van de communicatie:
“Waar ben je nu?”
“Bij een Zeppelin.”
“Zie je geen groot scherm?”
“Nee.”
“Tomahawks dan?”
“Weet ik veel, ik weet niet hoe zo’n ding eruit ziet.”
“O.”
“Ik ben nu bij een witte tent. Is dat in de buurt?”
“Weet ik niet.”
“Daar waar nu een Apache in de lucht hangt, daar is het.”
“Hoe ziet een Apache eruit?

Zes telefoontjes later stond ik eindelijk oog in oog met een met camera bewapende Echtgenoot. Hij had een mooie plek bemachtigd bij het hek en kon naar hartelust foto’s maken. Dat deden er meer. Sommigen hadden lenzen van bijna een halve meter op hun camera geschroefd. Elke keer als er een vliegtuig langskwam, hoorde ik mensen nummers noemen. “C 130!” bijvoorbeeld, of “382!”.
Naast ons stond een krijgshaftig uitziende Duitser die elke keer “Wunderbar!” en “Fabelhaft!” riep. Zo zie je maar weer, mannen zijn net jongens.

Toegegeven, het was best leuk maar na een uurtje had ik het wel gezien. Zo dacht nog iemand erover: halverwege een oefening schoot opeens een haas over het gras achter de hekken. Het arme beest was totaal de weg kwijt en rende alsof zijn leven ervan af hing, wat niet zo was.
Nee, dat is niet zielig, hazen zijn gemaakt om te rennen.

Op LinkedIn had iemand een oproep gedaan om samen met hem te gaan flyeren. Motto: ‘Vrede komt niet uit de lucht vallen’. Nee, maar oorlog wel. En als het zo ver komt dan ben ik toch blij dat er mensen zijn die de lucht in kunnen.

Glasvezel

Weet je wat lang is? Een week geen internet.

Omdat Leeuwarden moet worden opgestoten in de vaart der volkeren, wordt ook hier een glasvezelnet aangelegd. Helaas lijken de aanleggers van dit technisch hoogstandje, een zootje ongeregeld uit Roemenië, te vinden dat Leeuwarden nog wel even kan wachten. Het hoeft niet allemaal in een keer goed, toch?
En zo is het ze gelukt een kabel van drie centimeter doorsnee, omhuld met een stalen mantel, door te midden te hakken zonder het te merken. Knap!

Het had me niet moeten verbazen. Twee weken geleden stootten ze een paar straten verderop een gasleiding lek. Een kabeltrekker met een geweten meldt dat even maar zo niet deze vaklui. Ze smeerden het lek dicht met klei (moet kunnen…) en vertrokken. Gelukkig had de bewoner van het huis een goede neus en rookte hij niet.

Helaas duurde het een paar dagen voor Echtgenoot zeker wist dat een kapotte kabel de oorzaak was van het feit dat wij plotseling en zonder opgaaf van reden van de virtuele wereld waren afgesneden. Echtgenoot belde de KPN maar natuurlijk ben je dan niet meteen aan de beurt. Vrijdag kwam er eentje kijken, maandag kwam er eentje het werk doen.

De monteur, die anoniem wenst te blijven, vertelde dat de kabelgravers gemiddeld twee keer per straat een kabel vernielen. Lekker goedkoop, die Roemenen.

Vlak naast de voordeur steekt nu een soort dunne oranje wortel omhoog. Het ziet er professioneel uit. Maar ik vertrouw het niet meer. Het lijkt mij doodeng dat netwerk ooit echt te gaan gebruiken. Ik stel me voor dat de meterkast ontploft, er gevaarlijk gas uitkomt of dat ik word geëlektrocuteerd.

Vandaag zag ik de glasvezelmensen weer lopen. Hier en daar lag de stoep opnieuw open en staken er weer oranje kabels uit. Verbeeldde ik het me, of keken ze inderdaad even gniffelend mijn kant op?