De rellen naar aanleiding van het knullige filmpje over Mohammed hebben levens gekost. Onbegrijpelijk voor westerlingen van de 21e eeuw. Wat moeten we daar nu mee? Daar wordt verschillend over gedacht.
Een geloof is ook maar een mening, stelt Martin Slagter in de Volkskrant. En daarom moeten ‘we’ niet wijzen op de beledigingen die christenen en joden moeten ondergaan in islamitische landen maar duidelijk maken dat religie niets meer of minder waard is dan welke andere seculiere mening ook.
Afgezien van de vraag of er dan geen verschil is tussen een overtuiging en een mening (dat lijkt me wel), heeft Slagter op het eerste gezicht een totaal andere benadering dan Thomas von der Dunk in dezelfde krant maar dan een paar dagen eerder.
‘We staan voor de keuze tussen filosofische zelfverloochening en fysiek zelfbehoud. Is de vrijheid van het woord, de vrijheid van èlk woord, doden elders waard?’ vraagt Von der Dunk zich af.
Von der Dunk gaat er in zijn betoog ook impliciet vanuit dat religieuze overtuigingen niet belangrijker zijn dan seculiere maar hij maakt zich er minder makkelijk vanaf dan Slagter. Von der Dunk realiseert zich in ieder geval dat de vrijheid van het woord levens heeft gekost.
Om uiteindelijk te concluderen dat bij ons in het westen volkerenmoord het ergst denkbare misdrijf is, en in islamitische landen blasfemie het hoogste scoort op de ladder van erge zaken. Onze universele waarden zijn zo universeel nog niet.
‘Alleen een consequent uitgedragen verlicht westers standpunt inzake religie en godsdienstigheid zal de gewelddadige protesten tegen ‘belediging’ van de islam op termijn doen afnemen,’ beweert Slagter. Hoe komt hij daar bij? Zullen ‘ze’ uiteindelijk wel een keer leren onze verlichte westerse standpunt uiteindelijk veel beter is?
Waarom zou dat zo zijn als alles toch maar een mening is? Want als religieuze overtuigingen ook maar een mening zijn, waarom zouden seculiere overtuigingen dan wel meer zijn dan ook maar een mening? Waarom zou het recht op vrijheid van meningsuiting ertoe doen? Dat is toch ook maar een mening? Slagters kennelijke hekel aan de pretenties van religie laat hem in de kuil vallen die hij voor anderen heeft gegraven.
Von der Dunk maakt vervolgens af waar Slagter blijft steken in goedkope retoriek. Hij geeft geen antwoord op de vragen die hij opwerpt omdat hij die niet heeft, maar hij concludeert terecht dat de vrijheid van het woord gevaar loopt.
Maar de overeenkomst tussen beiden is dat ze geen zaak meer hebben waarvoor ze alles over hebben, ook de dood. Waar wil een westerling nog voor sterven? Voor een optreden in Idols? Voor een lagere hypotheekrente of een nieuwe auto? Voor de vrijheid van het woord misschien…?
En zo wordt het natuurlijk eng om mensen tegen te komen die wèl willen sterven voor hun overtuiging. Ook als anderen dat ‘ook maar een mening’ vinden.