Milieu

Het milieu is nooit een hot topic geweest in christelijke kring. Ooit raakte ik als achttienjarige per ongeluk verzeild in een GPV-vergadering die – jawel – in de kerk gehouden werd. Het leven is één, niet waar? Nou, dat viel nog te bezien.

Ik viel met mijn neus in de boter. Het onderwerp van die avond was het milieu. De inleider hield een gloedvol betoog dat vooral neerkwam op: alles mooi en aardig met het milieu maar die moderne fratsen moeten niet ten koste gaan van de economie. Het was tenslotte crisis.

Nu ben ik gezegend met een moeder die al vroeg niet alleen het belang van goede zorg voor het milieu inzag, maar ook je eigen verantwoordelijkheid daarvoor. Maar mijn vraag na de lezing of die – met andere onderwerpen zo hoog geroemde – eigen verantwoordelijkheid geen rol zou moeten spelen bij het milieu, werd met hoongelach ontvangen.

Alsof fosfaatvrij wassen (hèt probleem in die tijd was fosfaat in het milieu) de wereld zou redden. En of je dan geen auto meer mocht rijden. En het was nog links ook, dat milieu-gedoe. Alleen een oud boertje die voor mij zat, draaide zich om en zei: “Ie hebb’n groot geliek.” Maar dat verdween in het hoongelach.
Ik moest hieraan denken toen ik de brochure Messentrekkers bij de Nachtwacht van Koos van Noppen las. Zelf verantwoordelijkheid nemen, je realiseren dat je Gods schepping aan het vernachelen bent met je vliegreisjes naar Turkije en de Griekse eilanden, met je kledingkast volhangen met goedkope polyester rommel die door kinderhandjes is gemaakt, met je overmatige vleesconsumptie.

En dat is meteen het lastige. Want hoe moet het dan wel, wat mag je wel en wat niet? Wie gaat ons dat vertellen? De meeste reacties op de brochure pasten dan ook helemaal in het oud-christelijke patroon van de organisaties. Wij christenen hebben daar namelijk speciale organisaties voor, en die denken voor ons. Dan ga je een keer naar een avond van zo’n club, je koopt een boekie en je geeft eens wat extra aan een collecte. Verder is het business as usual.

En nog een probleem: het houdt nooit op. Je leeft, je ademt, eet, drinkt en poept, en je vervuilt. En dat is precies het pijnpunt: ons streven naar perfectie. Wij doen het namelijk niet goed, wij falen, en daarmee is het moeilijk leven, ook voor christenen die erkennen dat ze niet volmaakt zijn en het ook niet worden.

Maar waarom zou je ondanks dat falen niet gewoon je best doen? In de overtuiging dat God alles wat je doet al lang met welbehagen aanziet.

Schaliegas

Het was te mooi om waar te zijn: ‘we staan aan de vooravond van een grote transitie naar een milieuvriendelijke en duurzame economie’, was een paar jaar het adagium. Maar dat was buiten de waard gerekend. Geen zonne- of windenergie maar schaliegas is het nieuwe antwoord op de slinkende olievoorraden.

Daar zijn we dan mooi klaar mee. Wie enkele jaren geleden de documentaire over schaliegas in de Verenigde Staten heeft gezien, zal de angst om het hart slaan. Wat een ellende, wat een vervuiling. Giftig drinkwater, vernietiging van bossen en meren op grote schaal.

Schaliegas zit in schalie, keiharde kleilagen die door middel van chemicaliën kapot worden gemaakt waarna het gas gewonnen wordt. Fracking heet dat en daar word je niet blij van. Er gebeurt dan namelijk het volgende:

Onder hoge druk worden grote hoeveelheden water, zand en chemicaliën ingespoten. Door de grote druk breekt het gesteente, de ontstane scheurtjes worden open gehouden door het ingespoten zand. Deze mix van water, chemicaliën wordt dan weer opgepompt. Dit zogenaamd produced water neemt zware metalen en van nature radioactieve elementen uit de ondergrond op. Dit moet als chemisch afval worden verwerkt. Een deel van de gebruikte chemicaliën en vloeistoffen blijft in het gesteente achter.

Tegelijkertijd is het niet verwonderlijk. Oliemaatschappijen halen liever iets zelf uit de grond dan dat zij zich overleveren aan zon en wind. Die heb je namelijk niet in de hand. Bovendien kun je met iets dat je zelf hebt geproduceerd veel meer geld verdienen. En de milieurekening gaat zoals gewoonlijk naar de kinderen.

Was het toeval dat juist nu de winning van schaliegas zo’n hoge vlucht neemt en het verzet daartegen in Europa nog steeds op veel steun kan rekenen, er opeens allemaal verhalen over in brand vliegende zonnepanelen de ronde doen? En dat zonnepanelen van slechte kwaliteit zouden zijn en bij lange na niet gaan opbrengen wat werd beloofd?

Misschien. Maar het komt wel goed uit. Oliemaatschappijen zien natuurlijk met lede ogen aan dat steeds meer mensen zelf hun energie opwekken, helemaal buiten hen om. Dat was nooit de bedoeling.

De verhalen over die zonnepanelen zijn dan ook schromelijk overdreven. De panelen ontploffen niet, er zitten stekkertjes van inferieure kwaliteit aan die simpel zijn te vervangen. Maar een beetje paniek is nooit weg in deze voor oliemaatschappijen onzekere tijden.