Sinds enkele maanden ben ik ten prooi gevallen aan TLC, of preciezer aan de programma’s Say yes to the dress, en afgeleides als Bride gone styled en Something borrowed, something new.
Dit is een bekentenis, beste lezer, want tot voor kort wendde ik mij ter ontspanning tot documentaires en de betere film. Voor de gebroeders Coen, met de Fargo-series bijvoorbeeld, kon je me middenin de nacht wakker maken. Maar mijn goede smaak verkeert in een hardnekkige winterslaap.
Liggend op de bank, met de afstandsbediening binnen handbereik om reclame en saaie stukken door te spoelen, vermaak ik mij met volkomen hersenloze televisie. Heerlijk! Het ene verwende nest na het andere passeert de revue, de ene failliete vader na de andere kaalgeplukte oma, ik kan er geen genoeg van krijgen.
Want allemachtig, wat kosten die jurken veel! Houden sommige bruiden het nog bescheiden bij 1000 tot 1500 dollar, bij andere is the sky the limit, of liever gezegd, de bodemloze put. “Mijn schatje is mijn alles,” zegt zo’n blinde vader dan. Want blind zijn ze, die mannen. Hun dochter is het waard, net als de kennelijk al ondergane borstvergrotingen en neuscorrecties. Met als gevolg dat ze er allemaal hetzelfde uitzien.
De dochters zelf lijken het allemaal heel gewoon te vinden. Twaalfduizend dollar voor een jurk die je één dag draagt, nou en? En dan staan ze voor de spiegel en komt het tengere lijfje toch niet helemaal tot zijn recht, wat in een aantal gevallen trouwens volkomen voorspelbaar is als tenger niet helemaal het juiste woord is, of de taille bij voorbaat onvindbaar blijkt. Ook een reden voor afwijzing: mijn moeder huilt nog niet, want dat is the proof of the pudding.
Andere aanstaande bruiden dragen jurken die letterlijk stijf staan van het kant en de bling, en dan is het nog niet genoeg. “Er mist nog iets…. Ik vind de onderkant van de rok wat saai.” Mens! Saai? Het is het enige deel van de jurk waaraan je nog kunt zien dat er überhaupt een einde komt aan de anafylactische shock van tule en ruches!
Toch komt er langzamerhand een einde aan het TLC-tijdperk, merk ik aan mijzelf. Ik spoel steeds meer door – vooral de tenenkrommende lofzangen op de aanstaande bruidegom, die zeker weten na een half jaar toch wat tegenvalt, getuige de torenhoge eisen aan jurken.
En bovendien omdat het toch wel heel veel van hetzelfde is. “Ik voel me net een prinses,” kirren de dames in 90% van de gevallen. En echt spannend is de jurkenkeuze zelden, met al die wijde dan wel zeemeerminrokken en strapless bovenkant. Om nog maar te zwijgen over het bruidsmodezaakpersoneel…
Ik ben blijkbaar toch aan het afkicken.