Koningsdag

We hebben het weer gehad: Koningsdag, de vijfde op rij na een eeuw Koninginnedag. Ik moet zeggen, het gaat wennen. Gelukkig is de rommelmarkt gewoon gebleven en blijven de koningsspelen beperkt tot het basisonderwijs.

Eerst naar de rommelmarkt dus, waar ik een kop en schotel scoorde, die later niet bij elkaar bleek passen. Te lui geweest om de leesbril op te doen. Maar ach, 50 cent… En het is ondanks dat best een leuk setje.

Helaas maakte ik de fout daarna de televee aan te doen. Fijn dat de koning met aanhang naar Groningen waren gegaan, maar dat de bewoners die lijden onder de aardbevingen opschieten met “ach, wat naar” en “ik hoop dat u moed houdt”, waag ik te betwijfelen.

Niemand die de man aansprak op zijn aandelen Shell, toch geen onbekende in het NAM-verhaal. Toegegeven, dat doe je ook niet snel op iemands verjaardag, maar als je huis op instorten staat, word je dat vast vergeven.

Koningsdag lijkt een licht hersenverwekend effect te hebben op de onderdanen. En dan heb ik het nog niet eens over volwassen vrouwen met grote oranje strikken in hun haar.

Daarna deed ik nog iets doms, ik keek op Twitter. Naast vrolijk beeldmateriaal van oranje tompouces en vioolspelende meisjes die er net een les of tien op hebben zitten, ging er ook het nodige chagrijn rond. Niet zozeer van republikeinen, die zijn zo langzamerhand evenzeer deel gaan uitmaken van de folklore als de vrijmarkt.

Het chagrijn kwam van een aantal landgenoten die zich hebben gestoord aan de omvang en kledingkeuze van de oudste dochter van de koning. Ik begrijp nooit zo goed waarom je daarover zou moeten twitteren. Welke gevoelloze ellendeling doet dat nu een kind van 14 aan?

Het is dat het niet kan, maar het liefst zou ik een nieuwe Koningsdagspel in het leven roepen: maak een foto van al die twittereikels en hang die de volgende Koningsdag in groot formaat op een muur. Amalia mag er dan rotte eieren naar gooien, of beter nog, de telefoons waarop die Twitteraccounts staan. Dat zal ze leren. Lang leve Amalia!

Koning

We krijgen een koning! Op de radio, op tv, in de krant, dat was het eerste wat mensen te binnen schoot als hen werd gevraagd naar de troonsafstand van Beatrix.

En opeens zat ik weer in de zesde klas van de School voor Gereformeerd lager onderwijs in Zuidhorn. Het Hoofd der School gaf een geschiedenisles over ons geliefde koningshuis en was net alle vorsten vanaf 1815 bij langs gegaan.

Het kan niet anders, weet ik nu, of de les heeft grote hiaten gehad. Het was één grote lofzang op de verdiensten van de Oranjevorsten en dat is, zoals iedereen weet, op zijn minst een eenzijdige weergave van de werkelijkheid.

Reken maar niet dat onze oortjes ook maar iets hoorden over de homoseksuele contacten van Willem II die hem chantabel maakten, of de gekte van Willem III die zijn ministers en dienaren tot wanhoop dreef. Integendeel, een koning, dat was toch wel je ware, vond het Hoofd. Koninginnen waren daarvan een slap aftreksel.

Natuurlijk, hij had grote eerbied voor Hare Majesteit, dat was hij verplicht. En ze hadden het goed gedaan, de twee vrouwen die we tot dan toe hadden meegemaakt. Zij konden er per slot van rekening ook niets aan doen dat ze als vrouw waren geboren. Maar straks, dan kwam Willem-Alexander op de troon, dan hadden we weer een koning. En zo hoorde het ook. Eindelijk.

Nu is het zover, het Hoofd der School krijgt postuum zijn zin. En toch heeft hij iets over het hoofd gezien. Onze nieuwe koning krijgt straks een koningin aan zijn zijde. Raar natuurlijk. Een koning is getrouwd met een koningin maar omgekeerd blijkbaar niet.

Ik denk echter te weten waarom dat zo is. Kijk naar de koningen Willem, I, II en III. Zij hadden een koningin aan hun zijde en ze hadden haar nodig ook. De koninginnen echter deden hun werk zo goed dat ze helemaal geen koning nodig hadden.

En dat is de oplossing van het raadsel. Een koning kan het niet alleen, een koningin wel.

Koken of sport?

Zap alle Nederlandstalige tv-zenders langs en wat zie je? Koken of sport.
Wat de ene helft van Nederland eraan eet, sport de ander er weer af, lijkt het wel.

Allereerst is daar tennis. Onmiddellijk herkenbaar aan gravel met witte strepen, een pok-pok-pok-geluid en, in geval van damestennis, “Aaaargh!” of “Ahhhhg”. Daarnaast is de puntentelling onbegrijpelijk en het spel zelf dodelijk saai.

Verder kun je zeker op prime-time geen zender passeren zonder een heel scherm vol voetbalkenners te hebben gezien. In een mij volstrekt onverstaanbaar jargon bespreken mannen van middelbare leeftijd de kansen van het Oranje-elftal.

Nog erger is dat de reclameblokken, die toch al op zijn best een noodzakelijk kwaad zijn, bijna niets anders meer laten zien dan spullen die met de EK te maken hebben. Met name supermarkten doen hun uiterste best de milieuvervuiling een handje verder te helpen met tonnen aan oranje plastic rommel, voorzien van wegwerpbatterijen.

En na het EK komen de Olympische Spelen. Een project dat meer geld verspilt en dat door nog grotere graaiers wordt geleid, moet nog uitgevonden worden. Sinds de triomfen die het Bavaria-jurkje in Zuid-Afrika vierde, putten de bobo’s zich uit in het beschermen van de grote brouwerijen en andere multinationals die waar voor hun reclamegeld willen. Ach gut, dat verlies je toch…

Het kan best zijn dat ik nog meer grote sportevenementen heb gemist, maar deze zijn onontkoombaar.

Dan het koken. Misselijk word ik ervan, al die programma’s met een wedstrijdje koken. Ik kan niet nagaan of de chef-kok gelijk heeft. Had de vis echt nog een citroentje nodig? Was de tagliatelle inderdaad te gaar? Wat een gezever om niks.

Nog erger wordt het als met de klok op het scherm binnen 20 minuten een complete maaltijd op tafel moet worden gezet. Dan zie je van die arme stakkers die van haast en zenuwen bijna hun vingers eraf snijden. Al doen ze het zichzelf aan natuurlijk.

Alleen Jamie Oliver mag nog van mij, maar dat zal deels komen door de moedergevoelens die hij bij me wakker roept. Zo’n leuk ventje! En alles lekker vers!

Voor een ding ben ik de KRO hondsdankbaar: op elke voetbalavond zendt zij een Engelse detective uit. De KRO heeft voor mij nu al het hele sportseizoen gewonnen.