Het regent. De luchtvochtigheid is even hoog als de afgelopen dagen, met dit verschil dat het water nu daadwerkelijk naar beneden komt. En dat het nu koeler is! En dat is fijn.
Wanneer het kwik boven de dertig graden stijgt, slaat bij mij acute hersenverweking toe. Alles wat ik doe gaat de helft trager en ik kan niet meer nadenken. Dankzij de regen is het nu 21 graden en functioneer ik weer naar behoren.
Zoon is naar het marktje een paar straten verder op. Met plu, een hele grote die hij uit Nederland heeft meegenomen. Het is een enorm donkergroen dak dat altijd de verbazing van Chinezen opwekt. Hoe hij toch aan zo’n groot ding komt. En waarom… Die van henzelf is minstens de helft kleiner.
Behalve dan de parasols die ik gemonteerd zag op motorfietsen en scooters.
In China heb ik verder vooral paraplu’s van een klein damesformaat gezien, hevig bewerkt met borduursel, kant en pareltjes en in zoete kleuren. Ze zijn dan ook niet tegen de regen maar tegen de zon.
Chinese vrouwen mijden de zon: hoe blanker, hoe beter. Sommige loftuitingen over Kleindochter hebben te maken met haar huidje: wat mooi blank! Dat is af en toe behoorlijk genant.
In bijna alle niet-Westerse landen is een voorkeur voor een blanke huid gebruikelijk, behalve in het Westen waar we juist bruin willen worden. Sluiten we zo de cirkel? Witter dan wit worden, kan immers niet…
Zie je wel, ik kan weer denken.