ADHD

Wat een herkenbaar verhaal van Frea Kroese in het Nederlands Dagblad! Als moeder van vijf kinderen waarvan drie met ADHD (en net als Kroese heb ik er ook een aantal kenmerken van) herken ik veel van wat zij zegt. De moeite met structuur aanbrengen, de grote afkeer van routinetaken, de overmaat aan energie en de creativiteit.

En tegelijkertijd heeft ook Laura Batstra gelijk. Haar waarschuwing kinderen niet te snel medicijnen te geven, lijkt me zeer terecht. Probeer eerst maar eens iets aan de omgeving te doen. Creëer rust en structuur, en accepteer dat niet ieder kind in dezelfde mal past.

De grote vraag is: wat is ADHD eigenlijk? Is ADHD alleen gedrag? Is het een hersenafwijking, of gewoon een andere manier van denken, zien en voelen, zoals mensen op meer manieren van elkaar verschillen? Is het een afwijking geworden omdat er in onze maatschappij andere eisen worden gesteld dan pakweg 60 jaar geleden?

Het wetenschappelijk onderzoek over de kleinere hersenen is al weer vakkundig onderuit gehaald. Aanleg en omgevingsfactoren blijken vaak een onontwarbare kluwen. Dat maakt de vraag des te prangender. ADHD is dan geen modeziekte, maar het is misschien wel iets wat bij onze tijd past. Een aandachtsstoornis in een tijd waarin alles en iedereen voortdurend om je aandacht schreeuwt.

Onze samenleving is bovendien jachtig en gehaast en heeft nog maar smalle marges voor wat ‘normaal’ is. Zelfs kinderen van vier jaar worden al langs de meetlat gelegd en ‘getest’. De prestatiedruk is hoog, voor ouders en voor kinderen.

Toen onze oudste ADHD’er voor het eerst werd getest, was er nog geen ADHD. Hij kreeg de diagnose MBD: Minimal Brain Damage. De psycholoog leek het bijna jammer te vinden dat zijn geboorte probleemloos verlopen was, want dan had hij de oorzaak kunnen aanwijzen. Verder was er niets te doen aan MBD.

Niet lang daarna heette het Minimal Brain Disfunction, met de cirkelredenering dat er wel iets met de hersenen aan de hand móest zijn omdat je dat kon zien aan zijn gedrag, al viel dat met geen enkele scan aan te tonen. Weer een paar jaar later was het dus ADHD, met in het voetspoor van de diagnose de oplossing: ritalin. Er zijn kwade tongen die beweren dat er geen ADHD geweest was zonder ritalin. Ik weet niet of ze gelijk hebben.

Geen ritalin voor onze kinderen, overigens. Het was alsof er een grauwsluier over hun leven neerdaalde, hun creativiteit verdween als sneeuw voor de zon. Het hielp wel voor de structuur, maar daar heb je niet zoveel aan als je als een zombie op de bank blijft zitten. Dat zegt natuurlijk niets over andere kinderen, die daar wel degelijk baat bij kunnen hebben.

Maar de nadruk op medicijnen betreur ik zeer. Mooi als je een diagnose kunt stellen, fijn als er medicijnen zijn, maar een diagnose en medicijnen is niet altijd waar een kind mee gebaat is. Veel belangrijker is dat er goede onderwijzers voor de klas staan, die hart hebben voor kinderen en voldoende tijd voor individuele aandacht. Belangrijker is dat een gezin niet gebukt gaat onder de stress van werkdruk, een slechte woonomgeving of schulden.

Wat ook helpt is een sociale omgeving die niet meteen met het vingertje klaarstaat als een kind afwijkt van het gemiddelde. En een samenleving die kinderen de tijd geeft zich te ontwikkelen, ook als dat wat langer duurt of grilliger verloopt dan gemiddeld. En een onderwijssysteem dat daarop aansluit. Een samenleving die het eigene van ieder kind waardeert, iedereen een plek onder de zon gunt.

Op die manier kunnen kinderen met ADHD (en met welke andere afkorting dan ook) niet alleen meedoen, maar de samenleving verrijken met wat ze te bieden hebben. In het geval van de ADHD’er is dat niet zelden de zo hoog geroemde creativiteit, de eigenschap oplossingen te kunnen bedenken voor nieuwe problemen. Tel uit je winst.

ADHD

Kranten en tijdschriften staan vol met artikelen over ADHD. Was ADHD een paar jaar geleden nog een behandelbare hersenaandoening, nu worden daar steeds meer vraagtekens bij gezet. En terecht.

Toen wij enkele jaren geleden bij onze derde ADHD-er uitleg kregen van de psychiater over ADHD, viel mijn mond open van bewondering. De man gaf keurig aan de hand van een schema aan waar zich het mankement in Zoons hersenen bevond. En hoe dat was op te lossen: met Ritalin.

Verbazingwekkend, want de neuroloog van andere Zoons, geconsulteerd vanwege epilepsie, was zich zeer bewust van haar beperkingen: “We weten hooguit tien procent van hoe onze hersenen werken”. Van die bescheidenheid had de psychiater geen last.

ADHD doet me denken aan de ‘diagnose’ Minimal Brain Disfunction uit de jaren ‘80. MBD was niet met hersenscans vast te stellen maar er was iets wat het niet goed deed want de symptomen waren er. Het was een prachtige cirkelredenering. MBD is inmiddels weer geruisloos van het toneel verdwenen.

Ik ben geen psychiater of neuroloog maar vraag me wel af of de huidige oplossingsrichting wel de goede is. Is ADHD inderdaad alleen maar ‘iets in de hersenen’ dat ‘dus’ met medicijnen moet behandeld? Bestaat ADHD eigenlijk wel? Niet voor niets verwerpt de grootste vereniging van psychiaters in Amerika het nieuwe psychiatrische handboek DSM-V omdat dat te veel uitgaat van subjectieve symptomen.

Hoe zit het dan met de symptomen? Er is de laatste eeuw nogal wat veranderd in onze maatschappij. Er is bijvoorbeeld veel minder structuur en duidelijkheid dan voorheen in gezinnen, op straat en op school. Dat is lastig voor impulsieve kinderen.

Kinderen worden in veel gezinnen van jongs af aan voor de tv gezet waar ze van alles zien waar ze nog niet aan toe zijn. Wat kan een kind van vier met het achtuurjournaal? En wie bedenkt al die krankzinnige kindertekenfilmpjes? Al die prikkels vormen een onnodige extra belasting voor een breintje dat daar toch al gevoeliger voor is.

Het onderwijs is ook een factor van belang. Ik heb niets tegen juffen, integendeel, maar ik heb wel iets tegen juffen van groep 1 tot en met groep 8. Het verhaal waar een van de Zoons mee thuis kwam toen hij stage liep op een naschoolse opvang, sprak boekdelen: “Als jij weg gaat, kan ik met niemand meer hutten bouwen.” Want de opvangjuf had liever binnen de lijntjes kleurende kindertjes. Niet voor niets is driekwart van de ADHD-ers jongen.
rennen
Misschien wel het meest funeste van ADHD is dat het wordt gezien als een probleem waartegen je pillen kunt slikken en waarvoor ouders begeleid worden. En dat is jammer, want als moeder van drie ADHD-zoons kan ik melden dat zij wel meer eigenschappen hebben dan drukte. De meest in het oog springende is creativiteit, zowel kunstzinnige als technische.

De tweede is hun enorme uithoudingsvermogen. Druk? Veel energie zul je bedoelen! En dat is heel prettig bij zaken die uithoudingsvermogen vragen. En gebrek aan concentratie is natuurlijk lastig, maar misschien ook wel meteen de oorsprong van de creativiteit want gepaard gaand met een groot vermogen tot vrije associatie.

Tenslotte een oproep aan iedereen die met kinderen werkt: negeer het stempeltje en kijk naar het kind dat voor u staat.