Vasten

Heel christelijk Nederland vast, lijkt het wel. Toen het nog niet in de mode was, heb ik het jaren gedaan, samen met Zoon IV. Dat kwam zo.

Zoon IV hoorde toen hij zeven jaar was een preek over vasten. Dat hij luisterde, had ik op het moment zelf niet eens in de gaten maar zo was het. Thuisgekomen eiste hij tekst en uitleg en vroeg waarom wij eigenlijk niet vastten. Ja, waarom eigenlijk niet? Dus besloten wij het gewoon te doen. Geen veertig dagen, maar alleen in de lijdensweek. Hij was tenslotte in de groei.

Een week lang geen koekjes, toetjes, beleg en vooral geen vlees was een behoorlijke opoffering voor hem. Het aldus uitgespaarde geld ging naar een goed doel dat zich toen, in de jaren ’90, steevast in het verre buitenland bevond.

Maar Zoon IV kwam in de puberteit, vasten exit. Ook voor mij, moet ik eerlijk bekennen. Nu weer beginnen met vasten, voelt tegennatuurlijk en hypocriet. Bovendien heb ik er een hekel aan dingen te doen die iedereen doet.

ImagebuxtehudeTegenwoordig bereid ik mij voor op Pasen met muziek. Nee, geen Mattheus Passion, of de Sieben letzte Worte am Kreuz van Henirich Schütz. Mijn nieuwste vondst is Jesu, meines Lebens Leben, van Dieterich Buxtehude.

Geen hond die weet waar je het over hebt, trouwens. Create in me a clean heart uit de Evangelische Liedbundel (nota bene uit de 17e-eeuwse King James!), dat gaat er in als koek in onze gemeente. Maar Miserere Mei van Gregorio Allegri, eveneens afkomstig uit Psalm 51, is volslagen onbekend.

Vroeger had de kerk de beste muziek, nu de slechtste. Ik chargeer, maar ik word er dan ook chagrijnig van. Snel, snel naar Buxtehude! Naar Quemadmodum desiderat cervus dat eindigt met gaudium, supergaudium: vreugde!

En als het Pasen is, luister ik naar Heut triumphieret Gottes Sohn. Zo is het. En dan met een lekker stuk appeltaart erbij.