Populisme

Het buitenland haalt opgelucht adem. De Nederlandse Trump is niet aan de macht gekomen, het populisme heeft het Nederlandse volk niet in zijn macht gekregen. Driewerf hoera voor de Lage Landen!

Maar dat staat nog te bezien. Want wat is er intussen wel gebeurd? De VVD is verrechtst (ik wist niet dat dat nog kon!) en een lightversie geworden van de PVV. Alles voor het goede doel, en dat is de VVD zelf. Het gejuich over de afgang van het populisme kan dus wat mij betreft meteen weer verstommen.

nietgekdoenTweede gruwel: de campagne. Tartte de VVD met de vorige verkiezingen de kiezer nog met tenenkrommende posters met teksten als: ‘Niet hand ophouden maar handen uit de mouwen’, inmiddels leek de partij ervan uit te gaan dat de gemiddelde kiezer slechts een woord per zin kon lezen. Normaal. Doen.

Er zal best hogere communicatiekunde achter de campagne schuilen. Maar met deze slogan laat de VVD toch vooral zien dat ze óf de kiezer niet serieus neemt, óf met name kiezers op het oog heeft die qua IQ familie van de goudvis zijn.

In ieder geval leek de kiezer het geheugen van een goudvis te hebben: gemiddeld drie seconden. Wie stemt er met zijn volle verstand op een partij die je eerst de prijs van de crisis laat betalen, je daarna vertelt dat als je nu maar gewoon je handjes laat wapperen, alles wel weer in orde komt? En al raakt dat jezelf niet, dan kun je er toch bij stilstaan dat dat bij anderen wel het geval kan zijn?

Nee, de VVD heeft het populisme niet tegengehouden, het heeft het omarmd, en dat is niet eens iets van de laatste maanden. Daar is die partij in de jaren ’90 al mee begonnen, met ‘gewoon jezelf kunnen zijn’ van Ed Nijpels. En daarna met de markthysterie van Annemarie Jorritsma. De beloftes dat de burger ervan zou profiteren, zijn nooit waargemaakt en dat gaat ook niet gebeuren. En als de kiezer daar na dertig jaar nog niet achter is, dan is deze verkiezingsuitslag zijn verdiende loon. Jammer alleen dat niet-VVD-stemmers er onder moeten lijden.

Debat

Er zijn dit jaar al een hoop verkiezingsdebatten aan mij voorbij gegaan. Ik had er gewoon geen zin in. Politici die niet het fatsoen hebben elkaar uit te laten praten, laat staan dat ze naar elkaar luisteren. Halve leugens en halve waarheden, flauwe draaien en semantiek. Niet de moeite waard om tijd in te steken.

Maar vanavond besloot ik het nog een keer te proberen. Jammer alleen dat ik als hondstrouwe publieke omroepkijker helemaal niet in de gaten had dat het debat op RTL4 werd uitgezonden. De eerste helft gemist dus.

Veel schoot ik er niet mee op, dat wordt dus weer partijprogramma’s lezen. Gewoon discussiëren zonder strenge regels en een scheidsrechter bleek ook deze avond niet mogelijk. Zal wel door mediatrainers en spindoctors komen.

Weemoedig dacht ik aan de tijd dat ik als veertienjarig meisje vol ontzag keek naar de discussies tussen Van Agt en Den Uyl. Wie won er? En wie bepaalde wie er won? En had de beste spreker gelijk? Vast niet, maar hoe kwam je er dan achter wie wel gelijk had?

Geen van beide heren werd overigens gepruimd in huize Evink, een onwankelbaar GPV-bolwerk, getuige de knaloranje poster die altijd trouw op het raam van mijn slaapkamer werd geplakt. Tot ik als zestienjarige eiste dat dat ding een slaapkamerraam verderop kwam te hangen.

Het GPV? IK wilde me niet doodschamen. Als mijn ouders dan toch zo nodig de gemeenschap kond wilden doen van hun politieke voorkeur, dan deden ze dat maar op hun eigen slaapkamerraam. En dan ook nog dat lelijke oranje…

Uit pure nostalgie zocht ik op YouTube naar filmpjes uit die jaren. Ze zijn nog volop aanwezig. Ach, wat een tijd. Iedereen had veel en lang haar, mannen droegen baarden, snorren of bakkenbaarden en wie kalend was, compenseerde dat door het restje aan de rand extra lang te laten worden.

Maar wat me vooral opviel was de keurige uitspraak van politici en journalisten, de traagheid van het debat en het gelikte en foutloze Nederlands.

Niet dat ik terug wil naar die tijd. Ik heb een hekel aan de jaren ’70 met zijn polarisatie en irritante zelfingenomenheid. Maar de mediatrainers en spindoctors lagen destijds in ieder geval nog in de wieg. En dat was toch wel fijn.

Tafeldekken

Nu de meeste Nederlanders weer terug zijn van vakantie komt de verkiezingscampagne eindelijk wat op gang. Het is roerend te zien hoe politieke partijen zich uitsloven om ons de gang naar de stembus te laten maken en het vakje voor een van hun kandidaten rood te maken. Jammer alleen dat ze de kiezer blijkbaar niet erg hoog aanslaan.

Neem CDA-er Buma (tegenwoordig met één naam). Zet ’s morgens vroeg fluitend de ontbijtbordjes op tafel. Zorgzame man! Tot hij een paar dagen later verraadt dat hij dat eigenlijk nooit doet. Nou ja, ’s avonds laat, snel, voor het slapengaan. Toch een beetje een afknapper.

Samsom komt meteen maar met zijn hele gezin in beeld. Schattig! Maar wat zouden die kindertjes daar later van vinden? Het is op het randje, vind ik zelf. Kindertjes zijn nog klein, de camera is nog leuk. Kijk, juf, ik ben op tv! En papa ook!

Maar als je je eigen Facebookpagina hebt, zit je vast niet te wachten op schattige beelden van een paar jaar geleden. Link ook, trouwens. Wie weet wat er gebeurt in die paar jaar? Duizelingwekkende nederlaag voor de PvdA door papa’s schuld? Papa en mama uit elkaar? Of iets nog ergers?

Ook erg: al die kandidaten die voor zichzelf campagne gaan voeren. Zo zag ik laatst Mei Li Vos onbeschaamd zichzelf profileren. Zij was een blauwe maandag ZZP-er geweest en kwam vanaf heden op voor ZZP-ers. Puur cliëntelisme, zoiets! Verder ging het hele gesprek vooral over haarzelf.

Ondertussen krijg ik nauwelijks informatie waar ik echt wat aan heb. Kan mij het wat schelen wat voor kleur Buma’s bordjes hebben, ik wil weten waar de man straks voor staat. Gaan de zorglasten weer omhoog met hem aan het roer? Ik wil helemaal niet weten wat voor meubels Samsom in zijn woonkamer heeft staan. Wat ik wel wil weten is of hij die JSF ook wil, en waar hij op denkt te bezuinigen.

Nog interessanter: waar willen de politieke partijen met dit land naartoe? Hoe ziet hun ideale Nederland er uit? Hoeveel ruimte is daar voor de afwijking van het gemiddelde, voor eigenwijze mensen, voor andere overtuigingen dan wat toevallig op dat moment de onderbuik van de gemiddelde Nederlander voelt?

Wie ’s morgens vroeg de tafel dekt, is dan opeens erg onbelangrijk.