Opvoed-avondje

Gisteravond had de VPRO een thema-avond op televisie over opvoeden. Grote vraag: verwennen wij onze kinderen te veel? Het was smullen.

Er werden twee gezinnen gevolgd en drie VPRO-medewerkers gaven een inkijkje in hun gezin. Twee gezinnen deden mee met de opdracht hun kinderen veertig dagen minder te verwennen. Een jong gezin uit Amersfoort met twee kinderen van een en vier jaar, en een stel meer richting grachtengordel, met twee dochters.

Het was onthullend. Het gezin uit Amersfoort had op het eerste gezicht misschien niet de beste papieren. Ze waren beiden 25 en hadden geen universiteit achter de rug. Maar ze deden het prima. Duidelijk, consequent en liefdevol.

Het tweede gezin was een ander verhaal: twee hoogopgeleide ouders met dochters van 12 en acht jaar. Zelden heb ik zo’n gejengel, zulke eindeloze discussies en ijdeltuiterij gezien. Je kon meteen al zien dat het verkeerd zou gaan. De veertig dagen werden begonnen met een urenlange familievergadering over hoe de regels zouden luiden. Want alles moest natuurlijk wel democratisch verlopen en dat konden de kinderen ‘best aan’. Je meent het.
kind
Het resulteerde in eindeloos geëmmer en onderhandelingen op hoog niveau, de Tweede Kamer was er niets bij. Goedgebekt waren de kindertjes wel en het leek erop dat hun ouders dat verwarden met goed opgevoed zijn. “Ze moeten wel voor zichzelf opkomen natuurlijk.” Het gevaar dat dat niet zou lukken, leek gering…

Dan de VPRO-mensen. De enige met wie ik kon meevoelen was de Antilliaanse vriend van een van hen die vond dat er gewoon geluisterd moest worden. Hoe zijn vriendin ook haar best deed te laten zien dat haar zoontje helemaal niet verwend was, ze moest het wel heel vaak zeggen. En het moest vooral blijken uit het feit dat hij nog niet alle elektronische gadgets had die bij zijn klasgenootjes al wel op de plank stonden.

Uiteindelijk constateerde Trouw-journalist Iris Pronk met een onderzoek van Unicef in de hand dat het blijkbaar nogal meevalt met het verwennen. Nederlandse kinderen waren immers het gelukkigst van de wereld.

Zo lust ik er nog wel een. Als kinderen heel gelukkig zijn, zijn ze niet verwend? Wie zegt dat al deze schatjes voldoende bagage meekrijgen om ook andere situaties dan deze van grote overvloed te overleven? Wat als het echte leven straks een beetje tegenvalt? Onderhandelen?

Het was namelijk wel jammer dat de VPRO geen gezinnen liet zien die het echt met weinig geld moesten doen en waar niet voor ieder kind een i-Pad voorhanden was, of de nieuwste spelcomputer onmiddellijk kon worden aangeschaft.

Uiteindelijk bewees de thema-avond vooral de uitkomst van een ander onderzoek: Nederlandse ouders vinden dat ze hun kinderen prima opvoeden. Alleen de buren, die zouden hun kinderen eens wat strenger moeten aanpakken…

Ballet

Rudi van Dantzig is overleden. Het bericht ontroerde me en herinnerde me aan de prachtige interviewserie die Wim Kayzer negen jaar geleden voor de VPRO maakte: Voetnoten uit het voorlopig testament van de danser, de dichter en de tekenaar.

Urenlange interviews met drie mensen die aan het eind van hun leven waren gekomen: Willem Wilmink, Marten Toonder en Rudie van Dantzig. Breekbare mensen waren het geworden die er geen behoefte aan hadden de schone schijn op te houden. De vragen waren scherp, de antwoorden eerlijk tot op het bot en tegelijk was het geheel vrij van voyeurisme.

Een uitstekend argument voor de instandhouding van de publieke omroep en een dringend appel op diezelfde omroepen er iets van te maken en niet de commerciëlen na te doen. Gooi er maar een net af, twee desnoods, maar houd dit soort programma’s in stand. Wat kan het schelen dat er maar 15% van de bevolking naar kijkt? De andere 85% kijkt dan toch lekker naar Diehard 6 en The voice of Holland?

Rudi van Dantzig belichaamde daarnaast mijn heimelijke hunkering naar ballet. Als sprieterig meisje van acht zweefde ik in petticoat over de overloop, wetend dat het nooit iets zou worden met mijn balletambities.

Niet dat ik het niet zou kunnen maar op ballet gaan was in mijn omgeving sociale zelfmoord. Dansen was werelds en dat paste niet bij meisjes die naar de kerk gingen…

Ik durfde het niet, hij wel. Hulde.

Zonne-energie

De documentairereeks Tegenlicht van de VPRO is vaak goed voor saillante onthullingen zodat je meteen weer zeker weet dat er zoiets als een publieke omroep moet blijven bestaan.

In 2009 kwam Tegenlicht met een serie over energie: Here comes the sun. Oftewel, waarom gebruiken we in de VS en Europa nog steeds fossiele brandstoffen, waarom rollen elektrische auto’s in zo’n traag tempo van de band en waarom schiet het maar niet op met zonne-energie?

Alles wat ik al vermoedde bleek niet alleen waar maar erger dan mijn ergste nachtmerrie. Oliemaatschappijen kopen bijvoorbeeld patenten op van uitvindingen die ervoor zorgen dat een automotor een stuk zuiniger gaat lopen.

Vind je dus zelf zoiets uit dan kun je dat niet gebruiken omdat een dergelijk idee al eerder bij iemand is opgekomen. En dat idee ligt veilig opgeborgen in een kluis opdat geen fabrikant het zal kunnen toepassen. Dat scheelt weer aan de pomp, in ieder geval, voor de oliemaatschappijen.

Pick-up truck
Hoogtepunt van de documentaire is een interview met een autofabrikant-bobo die de vraag gesteld kreeg hoeveel hij dacht dat een conventionele verbrandingsmotor nog zuiniger kon worden. Hooguit 15%, dacht de man.

Toen kwamen de interviewers met hun grote troef op de proppen: in de jaren ’70 (!) was een oude Opel Caravan, model pick-up truck, als proefmodel gebruikt voor een nieuw type motor. Resultaat: de auto reed 159 km. op één liter benzine. Ik zag de bobo zenuwachtig heen en weer schuiven. Nee, daar wist hij niets van… Of hij benieuwd was naar die auto? Daar kon hij moeilijk ‘nee’ op zeggen maar de tegenzin spatte van zijn gezicht af: Shit, hoe kom ik hier onderuit?

De documentaire laat vooral zien hoe de markt zelf nieuwe ontwikkelingen in de weg staat. Als het voordeliger is voor oliemaatschappijen en autofabrieken gezamenlijk nieuwe uitvindingen te blokkeren, dan zullen dat niet laten. Ondertussen is de consument afhankelijk van wat zij produceren.

Ferrari
Alle vooroordelen over milieuvriendelijker methodes worden een voor een onderuit gehaald in Here comes the sun. Elektrische auto’s traag? Het model dat ik zag wegspurten versloeg de snelste Ferrari en hij leek er nog op ook. De opbrengst van zonnepanelen onvoldoende? Allang niet meer en de ontwikkelingen gaan razendsnel.

Ondertussen zien de oliemaatschappijen het zwerk natuurlijk hangen. Maar overstappen blijkt lastig. Zo investeert het Japanse bedrijf Solar Frontier een miljard dollar (725 miljoen euro) voor de productie van een nieuw type zonnepaneel. Shell is voor een derde aandeelhouder van het bedrijf. Maar Shell zweeg in alle talen over dat feit.

De documentaires zijn onlangs herhaald en te zien op uitzendinggemist.nl. Aanrader! Klik hier en hier.