Receptie

Het is niet mijn hobby maar soms ontkom je er niet aan: de receptie. Laatst was er weer een. Het was anderhalf uur rijden maar à la, de route liep over de Veluwe en dat is altijd goed vanwege de herinneringen aan heerlijke logeerpartijen.

De receptie vond plaats in een café met een bovenzaal, heel bijbels allemaal. En dat kwam mooi uit. Het overgrote deel van de gasten bestond uit mannetjes die iets doen in het christelijke wereldje. Mannetjes ja, de vrouwtjes waren zwaar in de minderheid, waarschijnlijk indachtig het bijbelwoord: ‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?’ (Spreuken 31, ik ken mijn klassieken)

Nu kom ik wel vaker in een groep christenen terecht. Dat kan best leuk zijn want er lopen heel aardige christenen rond, interessante christenen, maffe christenen. Sterker nog, ik ben er zelf een en dat schept een band.

Maar dat laatste was nu net wat deze keer niet gebeurde. Ik voelde het al aankomen toen de onvermijdelijke toespraken gaande waren. In het bovenzaaltje zaten veel mannen in foute pakken: krijtstreep met elleboogstukken, blazers van sweatstof met kekke rafelrandjes, net iets te hippe kapsels boven net iets te oude koppen, mannen met een pet, en ouderen die wel een spijkerbroek uit de kast hadden getrokken maar dan een van drie jaar geleden.

En o wat hadden die mannen het gezellig met elkaar, wat kenden ze elkaar goed en wat vonden ze het léuk elkaar te zien. Dat zijn altijd vege tekenen. Ik brak mijn hoofd over de vraag waar die sfeer me ook al weer aan deed denken.

En opeens wist ik het weer: Echtgenoot en ik gingen toen alle Zoons nog klein waren vaak naar een camping waar naar verhouding nogal wat christenen kwamen. Dat was niet uit principe maar pragmatisch: dichtbij, goedkoop, leuk en lekker simpel.

Wij maakten er altijd een sport van de nieuwkomers op ons veldje in te delen: vrijgemaakt-gereformeerd of niet. Zelden zaten we ernaast. Zelf ook afkomstig uit die roemruchte club gereformeerde eigenheimers pikten we ze er altijd feilloos uit, maar aan de hand waarvan? Geen idee eigenlijk.

Een aanzienlijk deel van de aanwezigen op de receptie was òf lid van de club, of van een verwante club. Het was misschien allemaal wat verwaterd in de loop der jaren, maar sommige karaktereigenschappen zijn blijkbaar erfelijk of overdraagbaar, en in ieder geval hardnekkig.

De borrel hield ik al snel voor gezien. Hup, de stad nog even in, voor een cappuccino op een terrasje om bij te komen. Gelukkig voerde de terugweg weer over de Veluwe.

(Ex)-vrijgemaakt

Ethicus Douma verlaat vrijgemaakte kerken, stond in het Nederlands Dagblad van zaterdag. Dat kwam, ondanks dat Douma zijn bezwaren tegen de koers van de GKv niet onder stoelen of banken stak, voor veel kerkgenoten waarschijnlijk toch hard aan.

Dat zou vroeger anders zijn gegaan. In het ND van 25 jaar geleden had dan gestaan: dr. J. Douma verlaat de Gereformeerde kerken. Mèt hoofdletter en zonder de toevoeging vrijgemaakt. Want zoals elk vrijgemaakt kind op de gereformeerde school leerde: gereformeerd wàs vrijgemaakt, en omgekeerd. Ook had het minstens op de voorpagina gestaan, maar dat kan maandag nog altijd, getuige het tijdstip van plaatsing op internet.

boekenkast 2In de tijd dat ik lid was van een der(!) vrijgemaakte kerken, was boekjes schrijven de grote hobby van de gemiddelde dominee. Die boekjes werden dan besproken in de kerkelijke pers met als gebruikelijke uitkomst: ‘we hebben hierin weer een rijk boekje mogen ontvangen’. Er waren vrijgemaakten die een aparte boekenkast hadden gereserveerd voor dit soort werkjes, al dan niet in serie uitgegeven.

Ik ken zelf dr. J. Douma (ik weet pas sinds enkele jaren dat hij Jochem heet) vooral van zijn boekjes over allerhande ethische onderwerpen. Die van Douma waren voor die tijd best te pruimen. Hij was geen scherpslijper naar de begrippen van toen. Je kreeg niet het idee dat de hellepoorten al wijd voor je open stonden als je het niet met hem eens was. Dat was vaak wel anders.

Toch opvallend dat juist iemand die geen scherpslijper was, vanwege zaken als ‘de vrouw in het ambt’ (daar heb je hem weer!) nu vertrekt. Het lijkt een beetje op de wet van de remmende voorsprong. Sommige uitgesproken standpunten blijken op een goed moment echt onhoudbaar, van mening veranderen is dan onvermijdelijk. Langzaam opschuiven van ‘links’ naar ‘rechts’ gaat veel geruislozer.

Het heeft ook wel iets standvastigs. Maar ook die op zichzelf bewonderenswaardige eigenschap kan een valkuil worden.