Hitteplan

Ik zal maar met de deur in huis vallen: ik kan heel slecht tegen hitte. Van hitte krijg ik acute hersenverweking, ik kan niet meer denken, mijn humeur holt achteruit, ik laat alles uit mijn handen vallen en loop overal tegenaan. Hoe hoger het kwik, hoe bezorgder Echtgenoot mij gadeslaat.

Dit stukje schrijf ik dan ook ’s avonds, als de temperatuur gedaald is tot een net aanvaardbare 23 graden Celsius.

Maar ondanks mijn toestand schoot ik in de lach toen ik vanmorgen vroeg op de radio op de hoogte werd gebracht van Het Hitteplan. Zo gauw de temperatuur in de richting van de 30 graden lijkt te gaan, trekt onze regering een heus Hitteplan uit de kast. De overheid als schooljuf.

Een vrouw vertelde met bezorgde stem op de radio over ‘kwetsbare mensen’ op wie extra gelet moest worden. De GGD’s en verzorgingstehuizen hebben inmiddels hun eigen Hitteplannen en daarom moet nu het overige volk worden aangespoord ‘extra op elkaar te letten’. De adviezen luiden: drink voldoende, vermijd inspanning, blijf uit de hitte, zorg voor koelte en steek een helpende hand uit. Goh, daar was ik zelf nou nooit opgekomen…

Daar komt bij dat ik allergisch ben geworden voor het woord kwetsbaar. De betekenis van dat woord is zo opgerekt dat zo’n beetje alles kwetsbaar is geworden. Ikzelf dus ook, en laat uitgerekend dat kloppen. Ik ben hartstikke kwetsbaar met mijn hittezwakte! Ik wil een plan!

954940_79337750Mijn Hitteplan bestaat uit de volgende zaken: iemand die mij koelte toewuift terwijl ik mij in een ligstoel bevind, iemand die mijn boek vasthoudt en tijdig de bladzijden omslaat, iemand die mij regelmatig van afwisselend een glas water en een glas koele witte wijn voorziet.

Kijk, overheid, dát is nog eens een Hitteplan!

China!

Na elf uur vliegen arriveerde ik gisteren op Xiamen Airport. De warmte viel als een verstikkende klamme deken op me zo gauw ik de slurf vanaf het vliegtuig instapte.

Samen met sloffende Chinese oma’s, moeders met kleine kinderen die tijdens de reis een keel op hadden gezet maar nu weer vrij konden rennen, en mannen met het pakje sigaretten vast in de hand, liep ik naar de plaats waar de koffers terecht kwamen.

Daarna in de rij voor de paspoortcontrole. Rij is een rekbaar begrip in China. Zie je ergens een gaatje dan ga je daar snel staan en duw je met een stalen gezicht en de blik op oneindig gewoon je karretje of koffer vooruit.

Eenmaal buiten stond een lange rij mensen op een taxi te wachten. Maar Zoon, die me buiten had opgewacht, wist natuurlijk een trucje. Even het vliegveld aflopen en daar kwam er al een aanrijden. Gelukkig, uit de felle zon en met het raampje open verder rijden.

Ik ben een mens voor sneeuw en ijs, niet voor zonnebaden en hoogzomer. Maar Kleindochter is geboren en daar moest ik naartoe.

Ze is het meer dan waard. Wat een prachtig meisje! Chinese oogjes maar dan blauw, geen zwart haar maar donkerbruin. Dat kan niet anders dan heel bijzonder worden.

Maastricht

Afkicken van een paar dagen Maastricht. Het klinkt ernstig en dat is het eigenlijk ook wel.

Dat Maastricht leuk en mooi is, wisten Echtgenoot en ik al want we waren er eerder geweest. Maar toch, als je er weer bent, weet je weer hóe mooi.

Allereerst is Maastricht nog maar half Nederlands. Je kunt je er verstaanbaar maken, hoewel je soms twee keer je bestelling moet doen omdat de ober het niet verstond; menu’s geven soms problemen omdat ze in onvervalst Maastreechs zijn geschreven.

Daar kwamen wij makkelijk overheen. Wat is er heerlijker dan om een uur of elf een cappuccino drinken aan het Vrijthof, of een glas witte wijn bij de salade niçoise in de schaduw van het oude stadhuis? Niets.

En laat het Fries Museum een prachtige zilvercollectie hebben, het goud van de schatkamer in de Sint Servaasbasiliek is andere koek. Ik kwam bijna verblind weer buiten. Goud, edelstenen, een groot borstbeeld van de Heilige en een gouden schrijn waar je je vakantiespullen voor twee weken in kwijt kunt. Je zou er Rooms-katholiek van worden.

Zelfs het weer is er anders. Wij hebben geen drup regen gehad zolang we veilig in het zuiden waren maar de op de dag van terugkomst ging het mis. Hoe noordelijker, hoe kouder en hoe meer regen. Tot we ten slotte in Leeuwarden bijna letterlijk van de weg spoelden.

Nu kijken we bij het weerbericht op de tv niet alleen naar het noorden maar ook, zelfkwellers die we zijn, naar het zuiden.
Daar is het warm. En droog. En mooi…