Ik zal maar met de deur in huis vallen: ik kan heel slecht tegen hitte. Van hitte krijg ik acute hersenverweking, ik kan niet meer denken, mijn humeur holt achteruit, ik laat alles uit mijn handen vallen en loop overal tegenaan. Hoe hoger het kwik, hoe bezorgder Echtgenoot mij gadeslaat.
Dit stukje schrijf ik dan ook ’s avonds, als de temperatuur gedaald is tot een net aanvaardbare 23 graden Celsius.
Maar ondanks mijn toestand schoot ik in de lach toen ik vanmorgen vroeg op de radio op de hoogte werd gebracht van Het Hitteplan. Zo gauw de temperatuur in de richting van de 30 graden lijkt te gaan, trekt onze regering een heus Hitteplan uit de kast. De overheid als schooljuf.
Een vrouw vertelde met bezorgde stem op de radio over ‘kwetsbare mensen’ op wie extra gelet moest worden. De GGD’s en verzorgingstehuizen hebben inmiddels hun eigen Hitteplannen en daarom moet nu het overige volk worden aangespoord ‘extra op elkaar te letten’. De adviezen luiden: drink voldoende, vermijd inspanning, blijf uit de hitte, zorg voor koelte en steek een helpende hand uit. Goh, daar was ik zelf nou nooit opgekomen…
Daar komt bij dat ik allergisch ben geworden voor het woord kwetsbaar. De betekenis van dat woord is zo opgerekt dat zo’n beetje alles kwetsbaar is geworden. Ikzelf dus ook, en laat uitgerekend dat kloppen. Ik ben hartstikke kwetsbaar met mijn hittezwakte! Ik wil een plan!
Mijn Hitteplan bestaat uit de volgende zaken: iemand die mij koelte toewuift terwijl ik mij in een ligstoel bevind, iemand die mijn boek vasthoudt en tijdig de bladzijden omslaat, iemand die mij regelmatig van afwisselend een glas water en een glas koele witte wijn voorziet.
Kijk, overheid, dát is nog eens een Hitteplan!