Verboden woorden

Er zijn van die woorden die je het gevoel geven dat je in een zacht pakje boter grijpt. Een aantal van die uitdrukkingen zou ik graag willen verbieden maar helaas kan ik daarvoor bij geen enkele instantie terecht. Dan maar zo.
verbod Op nummer 1: het gezinsdrama, ook wel familiedrama genoemd. Er zijn vele gezinsdrama’s te bedenken. Een echtscheiding bijvoorbeeld. Of een familie die in het ongerede is geraakt door overmatig drankgebruik, een gat in de hand of ander onheil. Er zit ook iets zieligs in het woord, alsof er alleen maar slachtoffers zijn. De term gezinsdrama wordt echter gebruikt wanneer een lid van het gezin een of andere leden vermoordt. De juiste term is dus gezinsmoord. Naar ‘gezinsdrama’ luister ik niet meer.

Nummer 2: Passie. Oorspronkelijk had je passiespel, passietijd en gepassioneerd. Het laatste woord had een licht hysterische connotatie. Tegenwoordig mankeert er iets aan je als je geen passie ‘ergens voor’ hebt. Die passie kan overal uit bestaan: punniken, motorrijden of plastic beeldjes verzamelen maar ook hoogstaande zaken als kunst, muziek of heilige opdrachten in het leven als ‘mensen over Jezus vertellen’. Kortom, passie is een woord dat helemaal niets meer zegt, behalve ‘dat wil ik graag’. Niet meer gebruiken.

Nummer 3: ‘iemand in zijn kracht zetten’. Geen idee wat ermee wordt bedoeld. De uitdrukking wordt opvallend vaak gebruikt door therapeuten en andere hulpverleners.

Nummer 4: ‘ik stel me kwetsbaar op’. Afkomstig van de sociale academie en equivalent voor: ‘ik doe nu net alsof je mag zeggen wat je wilt, maar dat is natuurlijk niet echt waar. Dat je het maar even weet’. Het woord kwetsbaar is daarnaast aan inflatie onderhevig. Als Bernard Wientjes gaat zeggen dat ons belastingstelsel kwetsbaar is, weet je dat dit woord zijn langste tijd heeft gehad. Gelukkig maar.

Nummer 5: ‘wij herkennen ons niet in dat beeld’. Vaak gebezigd door bedrijven en instellingen die plotseling met kritiek worden geconfronteerd die ze niet kunnen weerleggen. Het probleem wordt zo naar een niemandsland geschoven: geen idee waar u het over hebt.

Misschien kan de Taalunie zich hier eens over buigen? De tussen-N hebben ze er tenslotte ook doorgekregen.

Heftig

Soms komt er een woord bovendrijven dat iedereen opeens gebruikt. ‘Heftig’ is zo’n woord.

“Wat heftig voor je”, krijgen mensen te horen die leed is overkomen. Een lekke band terwijl ze net op weg waren naar een sollicitatiegesprek, een vriendje dat minder trouw bleek dan gedacht, of een geliefd huisdier dat plots is overleden. Heftig!

Wat heftig precies betekent in dit verband weet eigenlijk niemand. Erg? Verschrikkelijk? Vast niet, want dan zou dat woord wel gebruikt worden. Waarschijnlijk betekent het ongeveer: “Ik vind het naar voor je want het is heel akelig, een lekke band / ontrouw vriendje / dood huisdier. Het zal vast wel even duren voor je daar weer overheen bent. Sterkte hoor!”

Maar omdat je zo’n zin helemaal zelf moet bedenken, grijpen de meeste mensen liever terug op een standaardwoordje: heftig! Ideaal, ook omdat je altijd goed zit met zo’n uitdrukking. Hij is voor meerdere uitleg vatbaar, je kunt niet worden beticht van te veel of te weinig begrip en je bent snel klaar.

Ook heel ernstige dingen vallen onder het bereik van heftig. Ik hoor regelmatig dat mensen het overlijden van een geliefde ook onder de noemer ‘heftig’ scharen. Typisch geval van devaluatie, lijkt me.

Ondertussen neemt het gebruik van ‘heftig!’ epidemische vormen aan. Dat komt onder andere omdat het aansluit bij onze waardering voor gevoel. ‘Heftig’ is namelijk vooral een gevoelsuiting, zoiets als grmpfffh bij Neanderthalers.

De ervaring met zulke woorden is dat ze vanzelf weer verdwijnen. Net als ‘apart’ en ‘best wel’.

Daar wacht ik dan maar op.